Beloon politici niet voor steekvlamgedrag

We moeten politici anders behandelen, vindt Guy Tegenbos. Zij hebben verkeerde opvattingen over onze verwachtingen. Die misvattingen leiden hen naar politiek gedrag en naar beleid dat wij niet willen. Dat schrijft hij in zijn column ‘De Bomen en het Bos’ in De Standaard van 24 januari 2018.

http://www.standaard.be/cnt/dmf20180123_03317825

Die column is ook hieronder te lezen.

Beloon politici niet voor steekvlamgedrag

’t Es nog al nie na de wuppe. Er is ook nog goed economisch en politiek nieuws in dit land.

Zo zijn de buitenlandse investeringen in Vlaanderen in 2017 flink gestegen, tot het hoogste cijfer in vijftien jaar. Ze zijn vooral te vinden in sectoren met veel onderzoek en ontwikkeling (O&O).

De concurrentiekracht van ons bedrijfs­leven is eindelijk hersteld, dit wil zeggen: onze loonkosten liggen niet langer beduidend hoger dan in de buurlanden, onze bedrijven zijn weer concurrentieel.

Het aandeel mensen tussen 55 en 65 jaar dat werkt, is opgeklommen tot de helft.

Het begrotingstekort krimpt. De overheden geven nog altijd meer uit dan ze hebben, maar wat minder dan vroeger.

 

Vier maal goed nieuws over belangrijke zaken. Applaus dus? De neiging is vaak: deze vooruitgang kapot relativeren. En dat is niet moeilijk. Het zijn telkens kleine stapjes.

De buitenlandse investeringen in Onderzoek en Ontwikkeling (O&O) nemen toe, maar de Vlaamse overheid is nog altijd ver verwijderd van de doelstelling ‘3 procent van het bbp investeren in O&O’. Die streeft ze al na sinds de jaren negentig van de vorige eeuw.

De concurrentiekracht van onze bedrijven is hersteld, maar de basis voor een nieuwe ontsporing blijft groot, onder meer omdat we de automatische loonindexering handhaven.

Als de helft van de mensen tussen 55 en 65 jaar werkt, is grote vooruitgang geboekt. Maar dan nog staan we ver van de 75 procent die veel buurlanden halen.

Het tekort op de jaarlijkse begroting daalt, maar de staatsschuld die we afgelopen 45 jaar opgestapeld hebben door te traag en te zacht te reageren op crisissen, is nog enorm: meer dan 100 procent van het bbp.

Laten we het goede nieuws niet kapot

relativeren, we zitten tenslotte

in de 30 dagen zonder klagen

Maar laten we het goede nieuws niet kapot relativeren, we zitten per slot van rekening in de 30 dagen zonder klagen.

In de plaats daarvan moeten we de politici prijzen voor die goede resultaten, ook al zijn die maar voor een deel aan hen te danken.

Waarom? Wij moeten hen leren wat wij belangrijk vinden. Want als je hun gedrag bekijkt, vergissen ze zich in ons, kiezers.

 

Zij denken blijkbaar dat wij tegen verandering zijn. Maar we zijn alleen tegen verandering als we niet weten waartoe die leidt, en als degenen die de verandering sturen, onbetrouwbaar zijn in onze ogen.

Ze denken ten onrechte dat wij vooral steekvlampolitiek verwachten: hard roepen en de indruk geven van krachtdadig handelen bij incidenten, maar alleen aan de symptomen raken.

Zij denken dat wij, burgers, houden van politiek spektakel. Dat trekt wel onze aandacht, maar wekt daarna vooral afkeer op.

 

Die misvattingen van politici over de wensen en de voorkeuren van de burgers leiden hen naar verkeerd gedrag.

Die misvattingen doen hen te traag reageren. Hoe hebben we onze concurrentiekracht destijds verspeeld? Andere landen reageerden onmiddellijk inzake loonkosten toen de financiële en economische crisis de economie op haar grondvesten deed daveren. Onze bewindslui – politici en sociale partners – handelden alsof er niets aan de hand was: ze handhaafden de cao’s waarin nog gedacht werd in hoogconjunctuurtermen. De automatische indexering van de lonen bleef overeind.

Kijk naar de grafiek hierover in deze krant (DS 23 januari): pas zeven jaar na de ontsporing, wordt ingegrepen. Dan duurde het nog vijf jaar om de zaak weer recht te trekken. Het laatste stukje is overbrugd door de taxshift, waarover onze huidige bewindslui een paar jaar spektakel hebben gemaakt, omdat ze dachten dat ze daardoor onze stem konden winnen.

Intussen is een zee van welvaart aan ons voorbij gegaan. Tal van bedrijven hebben daardoor hun activiteiten bij ons opgegeven. Duizenden banen zijn onnodig gesneuveld.

Nederland bijvoorbeeld greep veel sneller in de loonvorming in. Dat deed in het begin meer pijn, maar de groei kwam sneller weer op gang, en veel sterker dan hier. Nederland is na deze crisis weer een paar procenten rijker dan wij.

 

Ik droom van een rationeler beleid. Politiek is emotie, dat weet ik, maar de ratio moet daar lijnen in trekken. In Zweden waren het de vakbonden zelf die al in de jaren negentig vroegen om een pensioenhervorming die te vroeg stoppen met werken zou ontmoedigen en langer werken belonen. Zij zagen dat vervroegd pensioneren leidde naar een failliet van het pensioenstelsel en naar te lage pensioenen. De werkgevers en de overheid volgden hen daarin.

Hier zijn de vakbonden lang blijven pleiten voor de vroegst mogelijke pensionering. Politiek en werkgevers durfden er niet tegen in te gaan, en onze pensioenen vergleden in stilte tot bijna de laagste in Europa, in verhouding tot onze lonen. Intussen spaart de Belg zich – terecht – te pletter voor zijn oude dag, waardoor de economische relance bij ons trager gaat dan elders.

We moeten onze politici duidelijk maken wat voor beleid we verwachten, want ze vergissen zich in ons. Ze denken dat we steekvlampolitiek willen, terwijl we gewoon degelijk en betrouwbaar beleid verwachten.