Klimaatactivisten, hou de druk hoog!

Het gaat slecht met ons klimaatbeleid. De oplossingen voor het klimaat zullen desondanks overwegend van de overheden moeten komen. Guy Tegenbos en David Van Reybrouck maken zich boos over het slechte beleid en overlopen daarna de mogelijkheden voor een beter beleid; ze doen dit in een gezamenlijk opiniestuk  in De Standaard  van 30 januari 2019.

Wie? Guy Tegenbos is columnist van deze krant, David Van Reybrouck is schrijver van onder ‘Congo’ en  ‘Tegen verkiezingen’ (beide uitgegeven door De Bezige Bij).

Wat doe en wat niet doen? In de maanden voor de verkiezingen moeten sporen uitgedacht worden voor de toekomst en moeten de klimaatbetogers blijven actievoeren, tot de politiek de urgentie inziet.

 

 

 

Twee jaar na de ondertekening van het klimaatakkoord van Parijs heeft België bitter weinig gedaan om zijn beloften na te komen. Onze overheden blonken tot nog toe uit in een afwachtende houding, verregaande laksheid, beschamende inefficiëntie en geregeld zelfs de negatie van de problemen. In het beste geval wijzen ze nu op hun inspanningen. ‘We doen ons best.’ Over de geboekte resultaten gaat het nooit. Die zijn er ook niet of weinig.

Met dat soort minimalisme raken we nergens. Het drama is dat de meeste politici geen sense of urgency vertonen. Ze willen wel wat ‘maat­regelen nemen’, maar in hun tempo. Dat wil zeggen: het tempo van de kiezer. ‘Iedereen moet mee zijn.’ Met andere woorden, we nemen alleen maatregelen als er geen verzet meer is. Dat laffe gedraal is wat de jonge en andere klimaatbetogers mateloos ergert. Zij beseffen wél dat het al bijna te laat is.

Nochtans zullen de oplossingen overwegend van de overheden moeten komen. De vraag is dan: op welke poort kloppen om toch vooruitgang te boeken? We overlopen de mogelijkheden.

Geen losse flodders meer

De federale regering is ‘in lopende zaken’ en vermag tot de verkiezingen van 26 mei niet veel. Ze kan in het beste geval ‘de burgers ontvangen’. Charles Michel deed dat gisteren. Het federaal parlement? Dat heeft meer macht nu de regering is gevallen, maar erg moedig springt het daar niet mee om. Van grootse Kamerdebatten naar aanleiding van het burgerprotest was nog niets te zien. De Senaat? Die heeft sinds de laatste staatshervorming niets meer in de pap te brokken. Op federaal vlak zit het allemaal behoorlijk vast dus, ook al gaf koning Filip gisteren morele steun aan de actievoerders.

Valt er meer heil te verwachten van de deelstaatregeringen? Die zijn nog niet in lopende zaken. Vlaams minister van Milieu Joke Schauvliege (CD&V) kwam als eerste met een concreet voorstel: vliegtickets belasten. Maar de tijd van de losse flodders is voorbij. Het is hallucinant dat ze nu pas zo’n evidente maatregel wil laten becijferen.

Jonge en andere klimaat­betogers ergeren zich

mate­­loos aan het laffe gedraal van politici.

Zìj beseffen wél dat het al bijna te laat is

De Vlaamse minister zou beter het interministerieel overleg met haar Waalse, Brusselse en federale collega’s opnieuw leven inblazen. Sorry, leven inblazen, want dat is er eigenlijk nooit leven in geweest. Elkaar verwijten toesturen ging die regeringen beter af. Ooit moet dat overleg tussen federale staat en deelstaten toch tot stand komen, willen we in Europa niet blijven afgaan als een gieter.

Op korte termijn valt het meeste daadkracht evenwel te verwachten van het beleidsniveau dat het minst formele bevoegdheden heeft: de steden en gemeenten. De besturen zijn net verkozen, de beleidsplannen liggen klaar. Dit is hét moment om versneld beslissingen te nemen. Een stad kan te vervuilende auto’s bannen bijvoorbeeld. Ze kan de meest rode punten van de Curieuzeneuzenmeting aanpakken. Ze kan voor duurzame leveranciers kiezen. Ze kan haar rekeningen afsluiten bij banken die nog in fossiel investeren. Doen!

Federale minister?

Maar het klimaat heeft meer nodig dan een flinke gemeenteraad. In de maanden tot aan de verkiezingen moeten sporen uitgedacht worden voor de toekomst. We zien er drie.

1. Velen opperen dat er één enkele federale minister van Klimaat moet komen. Daar valt theoretisch veel voor te zeggen: de huidige versnippering van bevoegdheden werkt voor geen meter. Maar de discussie over de herfederalisering van bevoegdheden dreigt een straatje zonder eind te worden. Voor je het weet, zitten politici weer anderhalf jaar te bakkeleien over wie wat mag doen. Wie klimaat weer Belgisch wil maken, zal andere Belgische taken naar de deelstaten moeten overhevelen. Bonne chance.

2. Het tweede spoor betreft de groeiende vraag naar een citizens’ assembly. Als Ierse politici het netelige onderwerp van abortus konden oplossen door de vraag uit te besteden aan honderd burgers, laat dan Belgische politici hetzelfde doen voor het klimaat.

Maar voor een zo omvattend onderwerp als het klimaatpact is die methode wellicht te traag. Die formule zou wel goed kunnen werken voor deelproblemen, bijvoorbeeld het kernenergievraagstuk—een thema dat ons land vandaag even hartstochtelijk verdeelt als abortus in Ierland.

3. Zinnig is de optie die de socioloog Luc Huyse vorig weekend opperde in De Morgen: stel voor het klimaat een intendant aan, zoals dat ook met het Oosterweeldossier is gebeurd. Pas toen die neutrale bemiddelaar het strijdperk betrad, ontstond er ruimte voor een verstandig, gelijkwaardig gesprek tussen verkozen politici en burgeractivisten.  Een klimaatintendant zou politiek, wetenschap en samenleving zinvol rond de tafel kunnen brengen. Maar dan moeten politici wel beseffen hoezeer dat ook in hun voordeel is. Zolang ze denken dat er niets aan de hand is en zij al bij al ‘goed bezig zijn’, helpt zo’n intendant geen moer. De waarheid is dat ze zich vreselijk hebben vastgereden en dat zo’n bemiddelaar hen een elegante uitweg uit de modder kan bieden. Wij, burgers, moeten hen op die modder blijven wijzen. En op die uitweg.

De waarheid is dat ze zich vreselijk hebben

vastgereden en dat zo’n bemiddelaar hen

een elegante uitweg uit de modder kan bieden.

 

Wat kunnen we doen in de periode voor de verkiezingen? Het belangrijkste is dat de druk nu niet verlaagd mag worden, maar opgedreven moet worden. Blijven actievoeren, tot de politici zich bewust worden van de urgentie en van het feit dat hun manier van werken niet werkt. Dat gebeurt het best door het brede publiek te informeren over de beschamende resultaten die ons land nog maar boekte en over de dramatische gevolgen van zo’n non-beleid.

De actievoerende burgers mogen nu niet in de val trappen om al te veel de discussie met politici aan te gaan over hun ‘maatregelen’. Gaan kijken naar hun naarstigheid en huisvlijt stelt niets voor, als er geen resultaten liggen. Laat u niet afschepen.

Klimaatactivisten moeten wél met bevoegde politici, ambtenaren en wetenschappers samenzitten. Leg de plannen op tafel, minister Schauvliege en collega’s, ook al zijn ze niet af. Laat ze evalueren door onafhankelijke experts met het oog op Parijs. Discussieer daarover dan met elkaar. En blijf intussen druk uitoefenen, klimaatactivisten, want dat, meer dan wat ook, noopt tot politieke actie.