Heeft u al een memorandum?

Column ‘De Bomen en het Bos’, verschenen in ‘De Standaard’ van woensdag 6 maart 2019:

http://www.standaard.be/cnt/dmf20190305_04232094

 

Elke groep die zichzelf respecteert, komt deze dagen met een memorandum: een bundel eisen die politici zich moeten herinneren (‘memorare’) als ze verkiezingsbeloften doen, en zeker later als ze regeerakkoorden sluiten. Die trend is al jaren in opmars, maar bij de nakende verkiezingen van 26 mei worden alle records gebroken. Het aantal memoranda explodeert.

Een halve eeuw geleden waren memoranda nog niet nodig. Dit land was toen verzuild en ingedeeld in katholieke, socialistische en liberale partijen en hun organisaties. De partijen haalden hun mosterd bij de eigen zuilorganisaties, en die laatste legden hun ei in het nest van hun eigen partij. Dat gebeurde doorlopend en niet alleen vlak voor verkiezingen.

Los van zuil

De verzuiling is gelukkig verdwenen. De middenveldorganisaties en de burgers zijn veel mondiger, veelkleuriger en onafhankelijker geworden. Zelfs als een midden­veldorganisatie nog de kleur van een partij heeft, houdt ze afstand. Want ze is lang niet zeker dat die partij aan de macht komt. De drie zuilpartijen die vroeger dominant waren, zijn vandaag kleiner geworden. Samen hebben ze nog amper 40 procent van de stemmen.

Die partijen zelf zijn trouwens ook los­gekomen van hun zuil. De SP.A neemt al lang niet meer alle eisen van het ABVV over. Dat verplicht de hedendaagse organisaties hun boontjes zo breed mogelijk te week te leggen. Want rekenen op een rustig overleg met de partijen, kunnen ze niet meer. Het wantrouwen onder de coalitiepartners is zo groot geworden dat die zo veel mogelijk conflicten vooraf willen beslechten, en dat doen ze in het regeer­akkoord. Wat daar niet in staat, zal normaliter niet gerealiseerd worden, hoe prangend ook. Als beperking van het democratische functioneren kan dat tellen.

De regeerakkoorden explodeerden om die reden. De paarsgroene regering-Verhofstadt I kon haar regeerakkoord in 1999 neerschrijven in 39 pagina’s. De regeringLeterme (2008) had 43 pagina’s nodig. Het regeerakkoord van Elio Di Rupo omvatte al 180 pagina’s, dat van Charles Michel 230.

Op Vlaams niveau is dat niet anders. In 2004 had de Vlaamse regering 85 pagina’s nodig voor haar regeerakkoord. In 2009 ging het om 120 pagina’s en in 2014 om 167 pagina’s.

Het groeiend onderling wantrouwen

dwingt de regeringspartijen om

‘alles’ in het regeerakkoord te zetten.

Het onderlinge wantrouwen dwingt de regeringspartijen om ‘alles’ in hun regeerakkoord te zetten.

Van de weeromstuit willen alle drukkingsgroepen hun eisen­bundels nu, voor de verkiezingen, bij de partijen droppen. Want als hun punten niet in het regeerakkoord staan, worden ze zeker niet gerealiseerd. Een democratische vooruitgang is dat niet.

Marchanderen

Maar het wordt nog erger. Staan hun eisen wel in het regeerakkoord, dan nog zijn de maatschappe­lijke groepen niet zeker dat ze uitgevoerd worden. Er wordt gemarchandeerd onder de partijen. Er zijn drié compromissen nodig voor iets realiteit wordt: een eerste om het in het regeerakkoord te krijgen, een tweede om te beslissen dat de bepaling uitgevoerd wordt, en een derde om te beslissen dat de uitvoering ook doorgevoerd wordt. Daarnaast bestaat de kunst erin zo veel mogelijk punten door een ander te laten eisen: dan kun je er een tegenprestatie voor eisen.

Dat hele proces legt steeds meer macht in handen van de partijsecretariaten en -kabinetten die dit spel beheersen. De explosie van memoranda gaat ook linea recta naar de partijsecretariaten. Parlements­leden lezen ze nog nauwelijks, omdat ze er toch niets over te zeggen hebben. Dat maakt het driftig schrijvende middenveld hoogst onzeker over de uitkomst van zijn acties en zijn memoranda, en ondergraaft hun vertrouwen in de politiek.

Taboes

Bij het schrijven van memoranda, houden de groepen zich blijkbaar ook aan taboes die de partijen stilzwijgend decreteren. Zo is in de meeste memoranda die al bekend raakten, niets te merken van het on­genoegen bij veel groepen, instellingen en beroepen over de kaduke bevoegdheids­verdeling die de vorige staatshervorming heeft nagelaten. Zelfs in de gezondheids­sector, waar de toestand het ergst is, reppen de memoranda amper over een mogelijke bevoegdheidsherverdeling.

Omdat de marktleider in communautaire kwesties, de N-VA, de afgelopen jaren niet meer repte over communautaire thema’s, zwegen de andere partijen ook en durven de pressiegroepen er nu ook niet meer over beginnen. Dat de gezondheidszorg daardoor onefficiënt werkt, zegt niemand meer. Aan het functioneren van onze democratie zijn toch serieuze verbeteringen nodig.