Een goed klimaatplan heeft nood aan federaal geld

Column ‘De Bomen en het Bos’, verschenen in De Standaard van 3 april 2019

http://www.standaard.be/cnt/dmf20190402_04297676

De klimaatactivisten lijken een punt te gaan scoren. De kans groeit dat een voldoende grote meerderheid in de Kamer zegt dat het volgende parlement artikel 7 bis van de grondwet mag wijzigen (DS 1 april).

Maar juich niet te vroeg.

Toezeggen dat een artikel mag worden gewijzigd, is niet hetzelfde als dat artikel effectief wijzigen.

Bovendien: in België gebeurt het wel vaker dat politici wetten goedkeuren zonder ze daarna toe te passen. In 2003 én in 2013 werd bij wet vastgelegd dat de kerncentrales Doel 1 en 2 moesten sluiten in 2015. Het is intussen 2019 en de centrales zijn nog niet dicht.

Zelfs staatshervormende beslissingen worden weleens genegeerd. In 2001 werd beslist om Ontwikkelingssamenwerking naar de deelstaten over te hevelen. Daarvan is nog niets in huis gekomen.

Zelfs de grondwet biedt geen garanties. In 1993 zei het Grondwettelijk Hof dat de verschillen in statuut tussen bedienden en arbeiders ongrondwettelijk waren en dus moesten verdwijnen. 26 jaar later is dat nog maar voor een klein deeltje gebeurd.

Dat alles biedt de klimaatactivisten weinig hoop.

Ze stellen vast dat de deelstaten er niet in slagen onderling goede afspraken te maken. Ze hopen dat er wel goede beslissingen zullen worden gemaakt als de materie opnieuw federaal wordt behandeld. Maar op dat niveau beslissen dezelfde partijen als in de deelstaten. De blokkeringen die tussen de deelstaten bestaan, zullen niet plots verdwijnen, maar zullen zich in de schoot van de federale regering manifesteren. Die zal evenmin kunnen beslissen. Kijk naar de regels voor het luchtverkeer vanuit Zaventem. Al decennialang raakt dat kluwen niet opgelost.

Klimaatactivisten moeten

spaarzaam omgaan

met hun energie


Tandpastatube

Bovendien lukt het bijna nooit om bevoegdheden te herfederaliseren, dat zie je ook in andere federale landen. Dat is het principe van de tandpastatube. Je kunt de tandpasta – de federale bevoegdheden – wel uit de federale tube knijpen en aan de deelstaten geven, maar de omgekeerde beweging is onmogelijk.

Hoe kom je dan wel tot goede beslissingen in zo’n dossier?

De grondwet al dan niet herzien maakt weinig uit. De kern van de zaak is dat alle partijen het gevoel moeten hebben dat ze er niet meer uit raken. Dan moet er een bemiddelaar of intendant komen die voldoende gezag en geduld heeft om de partijen tot het inzicht te brengen dat niemand zijn doelen zal bereiken als ze het oneens blijven. Daarna moet die intendant hen overtuigen dat het mogelijk is echte oplossingen te vinden door geduldig te onderhandelen. Dat heeft Alexander D’Hooghe in Antwerpen voortreffelijk gedaan in het moeilijke Oosterweeldossier.

Crisissfeer

Om resultaten te bereiken, moet ook de crisissfeer voldoende groot zijn. De klimaatactivisten moeten daarom spaarzaam omgaan met hun energie: net voor de verkiezingen (eind mei) en in de periode waarin de regeringen gevormd worden (juni en volgende maanden), moeten ze de druk kunnen opvoeren.

Spending power

Er is nog een voorwaarde, en dat hebben we geleerd uit een Canadese staatshervorming en uit het Oosterweeldossier. In Canada zijn de deelstaten bevoegd voor de gezondheidszorg. In de oostelijke deelstaten (Québec, Ontario) geldt een bijna Europese ziekteverzekering. In de westelijke deelstaten, zoals British Columbia, geldt een magere ‘Amerikaanse’ ziekteverzekering. De federale overheid wou een gemeenschappelijke sokkel: iedere Canadees moest minstens op een basisdienstverlening kunnen rekenen. Dat streven werd ongrondwettelijk bevonden. De federale overheid mocht haar bevoegdheden niet overschrijden. Wat ze wel mocht, was geld geven om de deelstaten te verleiden (en bijna te verplichten) tot die basisdienstverlening. Het Canadese Grondwettelijke Hof doopte dat beginsel ‘the spending power’. Wie geld heeft, mag dat gebruiken om zich te mengen in bevoegdheden die niet de zijne zijn.

Het Oosterweelcompromis kwam ook maar tot stand toen de Vlaamse overheid extra miljarden voor Antwerpen op tafel legde.

Een goed Belgisch klimaatplan zal er maar komen als alle partijen overtuigd zijn dat ze geen uitweg hebben én als er extra federaal geld komt.

Helaas

Helaas heeft die federale overheid geen geld meer. Meer dan de helft van al het overheidsgeld gaat naar de deelstaten. Als je van de kleine federale helft de sociale zekerheid en de betalingen voor de staatsschuld aftrekt, rest nog goed 20 miljard, amper genoeg om Defensie, Politie, Justitie, Buitenlandse Zaken en de koninklijke dotaties te betalen.

Waar dat extra federale geld vandaan moet komen, is nog niet duidelijk. Van nieuwe klimaattaksen? Wel duidelijk is dat we de Belgische wapenspreuk moeten aanvullen. Na ‘eendracht maakt macht’ moet voortaan komen: ‘Maar federaal geld is nodig om eendracht te hebben.’