Het vertrouwen herstellen? Begin met besturen!

Column De Bomen en het Bos, De Standaard van 27 mei 2020

Lees ze op de website van de krant:

https://www.standaard.be/cnt/dmf20200527_04972525

Of lees ze hieronder.

Hoe komt het dat de mensen minder en minder vertrouwen hebben in ons, vragen veel politici zich af (DS 25 mei). Terwijl zij verdorie zelf elke dag bewijzen dat zij elkaar voor geen meter vertrouwen op federaal niveau. Een jaar na de verkiezingen en zeventien maanden na de val van de vorige regering, heeft nog geen enkele politicus voldoende vertrouwen kunnen opwekken bij de anderen om samen een nieuwe federale regering te vormen.

En eerlijk gezegd, ze zijn ook niet te vertrouwen. Ze zijn meer bezig met de ander in een slecht daglicht te stellen dan met hun eigen programma. Ze liegen en bedriegen elkaar. Zelfs een pandemie kon hen er niet toe brengen hun wederzijdse wantrouwen, al was het maar voor een jaar, opzij te zetten. En dan kijken ze verbaasd op als het vertrouwen van de burgers ongekende diepten bereikt.

Politici verwijten ons, burgers, bovendien dat we ook weinig vertrouwen hebben in ‘de instellingen’. Maar ze ondergraven zelf het vertrouwen in de administratie: elke nieuwe minister benoemt een heel kabinet van partijgetrouwen, ‘omdat hij zijn administratie niet kan vertrouwen’. Ministers hakken openlijk in op het gerecht dat ‘wereldvreemd’ zou zijn en ‘onbegrijpelijke beslissingen’ neemt. Ze vinden dat de burgers fiscaal weinig burgerzin hebben, maar voeren zelf om de haverklap fiscale achterpoortjes in om hun achterban te plezieren.

Onze politici zijn slaven van de particratie

en hebben zichzelf gevangengezet

in een concurrentiestrijd op leven en dood

Professor Stefaan Walgrave (UA) gelooft dat het cynisme dat de politici bij de burgers gekweekt hebben, nog te keren is (DS 26 mei). 72 procent van de burgers aanvaardde de verregaande maatregelen bij het begin van de coronacrisis, inclusief het verbod om thuis nog vrienden te ontvangen, zei hij. Dat geeft inderdaad aan dat er nog verbazend veel ‘potentiële’ burgerzin is. Maar bij nader toezien werden die maat­regelen niet getroffen en verdedigd door politici, maar door wetenschappers: de ‘rege­ring-Van Ranst I’ zoals ik ze heb genoemd (DS 29 april).

De politici namen het heft pas weer in handen zodra er versoepelingen uit te delen waren, en prompt ging het burgervertrouwen omlaag. Eerst wilden de politici, zonder overleg, bezoek toelaten in de rusthuizen toen die de besmettingen nog niet onder controle hadden. Nadien was er de slechte persconferentie die absoluut laat op de avond moest plaatsvinden, omdat allerlei ministers informatie zouden laten lekken als de premier tot de volgende dag had gewacht. Daarna beslisten ze voortaan ‘geordend te communiceren’, maar dan begonnen allerlei ministers versoepelingen aan te kondigen vóór erover beslist was, om de pluimen op de eigen hoed te steken. Een zootje ongeregeld is het.

Zijn onze politici dan zulke slechte mensen? Welnee.

Zijn onze politici dan zulke slechte mensen? Welnee. Verre van. Maar ze zijn slaven van de particratie en hebben zichzelf gevangengezet in een concurrentiestrijd op leven en dood. Om stemmen te winnen vertellen sommigen dat andere partijen duivels zijn, zo erg dat ze er niet eens mee in dezelfde kamer willen zitten. Dan lukt een federale regeringsvorming natuurlijk niet. Ze zitten gevangen in verroeste denkpatronen van de vorige eeuw en zijn abnormaal gedrag normaal beginnen te vinden. Ze vinden het normaal het land een jaar zonder volwaardige regering te laten, zelfs in een coronacrisis. In heel de wereld kunnen ministers regeren zonder kabinetten, alleen de Belgische ministers zijn daartoe niet bekwaam en hebben een hele hofhouding van partijgenoten nodig. 

Het zal moeilijk zijn het vernietigde burgervertrouwen te herstellen, maar begin met besturen, en met ‘goed bestuur’. Dat is de beste raad die je politici kunt geven. Stop met elkaar zwart te maken. Sluit eerbare compromissen. Stop met de steekvlampolitiek en teken een langetermijnbeleid uit, gericht op de noden van het land. Hou het bij eenvoudige regels: alleen lenen voor investeringen, niet om feestjes te bouwen. Communiceer eensgezind, en pas als er beslist is, en doe het om de burgers te informeren en niet om jezelf te bejubelen of om de ander af te kraken.

Ik ben niet zo verbitterd dat ik denk dat het niet zal lukken. Op deelstaatniveau kan het nog wel, in Vlaanderen, Wallonië en zelfs in Brussel. En op federaal niveau? Dat weet ik niet meer. Daar geloof ik hoe langer hoe minder in. Niet omdat daar geen goede mensen en geen goede ambtenaren zitten. Maar omdat we daar onregeerbaar geworden zijn. We zitten alweer zeventien maanden zonder volwaardige regering en dat zal nog maanden duren. Toch zijn er nog mensen die ‘wegens de efficiëntie’ verdedigen dat alle bevoegdheden rond gezondheid het best naar dat onbestuurbare niveau gebracht worden. Kom nou.