Bezint eer je met afrekeningen begint

Column ‘De Bomen en het Bos’, De Standaard, 24/6/2020

De drang is groot om met ‘afrekeningen’ te starten na het coronadebacle. Maar het devies is: bezint eer je daarmee begint. Breng eerst de collectieve en structurele fouten in kaart, voor je individuen naar de slachtbank leidt. 

De corona-doorlichtingen en -reconstructies die deze krant maakte (DS 6 juniDS 19 juni en DS 20 juni), tonen hoe kreupel onze overheid is geworden. Ze gedraagt zich als Guust Flater, die telkens weer dezelfde blunders begaat en niet eens beseft dat hij iets fout doet.

De meest zichtbare fout van de overheid was ook nu weer haar ziekelijke uitstel- en ontkenningsgedrag. Wat er in de wereld of lokaal ook gebeurde, ze stelde een beslissing uit en ontkende de ernst van de toestand tot ze dat echt niet meer kon volhouden: 12 maart. In Vlaanderen trokken die dag de rectoren van de vijf universiteiten, aan­gepord door hun wetenschappers, verbolgen aan de alarmbel en deed gouverneur Cathy Berx, namens­ álle burgemeesters uit de provincie Antwerpen, hetzelfde. Franstalig België zag op die dag dat Frankrijk de coronadreiging ernstig nam. 

Wat als is bij ons een humoristisch tv-programma,

in andere landen is het een tak van de wetenschap

Ook bleek dat meerdere politici het gehamster van toiletpapier op 12 maart interpreteerden als het signaal dat de burgers een ingreep verwachtten en dat er dus ‘draagvlak was’. Het toiletpapier deed het uitstel stoppen.

Tweede structurele fout: het gebrek aan vooruitziendheid. Wat als is bij ons een humoristisch tv-programma, in andere landen is het een tak van de wetenschap: toekomst- of foresight-studies die nagaan wat waarschijnlijke evoluties zijn, en handelingsplannen met diverse alternatieven opstellen. Onze over­heden doen daar niet aan mee. ‘We zullen wel zien.’ Ze wisten dat er een pandemie zat aan te komen, maar bereidden niets voor. Erger, de pande­mieplannen van 2009 die nog bestonden, ook voor de woonzorgcentra, lieten ze in de laden liggen. De mondmaskervoorraad werd verbrand. 

Er als er al sprake was van een plan, moest je dubbel op je hoede zijn. De ‘plannen’ voor de bestelling van mondmaskers werden een kolderieke soap. En toen men over relanceplannen begon, bleek het, zoals vaak, te gaan over het principe dat iede­re partij iets mag uitdelen waarmee ze zich kan profileren: gratis spoorkaartjes of een nieuwe vorm van ‘verlof’ met een uitkering.

De overheid gedraagt zich als Guus Flater

die telkens weer dezelfde blunders begaat

en niet eens beseft dat hij iets fout doet

Derde flater: geen eenheid van communicatie. België kent geen Rijksvoorlichtingsdienst zoals in Neder­land. De politieke partijen, fede­raal en Vlaams, houden het ontstaan van zo’n neutrale ambtelijke dienst tegen. Ze willen dat hun politici het informatiemonopolie hebben, zodat ze alle overheidsinformatie hun politieke kleur kunnen meegeven­. Ze flaterden in hun communicatie. De media lieten hen daarom­ links liggen en gaven het woord aan de experts, wat ik hier de ‘regering-Van Ranst I’ heb genoemd (DS 29 april).

Eén minister kon nog één keer krachtig communiceren: minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD): ‘Blijf in uw kot’. Dat sloeg niet op de lockdown, maar kwam tien dagen eerder: toen ze corona nog een griep noemde, en het sloeg op wie ‘met een snotneus wou gaan werken’.

Vierde blunder: er was geen eenheid van bevel in crisistijd. Dit sloeg niet alleen op de negen ministers van Volksgezondheid en de kadu­ke taakverdeling tussen federale staat en deelstaten, maar ook op conflicten tussen verkokerde administraties, tussen administratie en nation­ale crisiscel, en tussen kabinetten en administraties.

Het grappige is dat het hele conflict­gebied nu wordt verengd tot het conflict met de deelstaten en wordt aan­gegrepen om de gezondheidszorg te herfederaliseren: terug te geven aan het beleidsniveau dat alweer achttien maanden zonder regering zit.

Vijfde blunder: grote delen van ons ambtelijk apparaat zijn krachteloos geworden. Door te besparen op personeel via de niet-vervanging van vertrekkers, zijn grote gaten geslagen in essentiële diensten, terwijl minder prioritaire diensten in rustiger vaarwater zitten. Bovendien is de ondernemingszin van veel administraties aangetast doordat de kabinetten – waar niet bezuinigd is op personeel – het interessante werk en de beslissingen naar zich trekken.

In de politiek is haast niemand bekommerd om de toestand van de administraties. Omdat die zo onmachtig zijn, moest de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (Serv), de sociale partners, deze week (DS 22 juni) in hun plaats melden dat Vlaanderen geen performant datasysteem heeft. Daardoor krijgt het de impact van de coronacrisis moeilijk becijferd. Van big data en arti­ficiële intelligentie is bij onze overheden niets te merken. Ieder werkt nog met zijn eigen excelsheetjes, zoals twintig jaar geleden.

Om het allemaal te veranderen, zou er leiderschap moeten zijn …

———————————————————————————————————

Guy Tegenbos is gewezen redacteur van deze krant. Tweewekelijks laat hij zijn blik gaan over politiek en beleid.

https://www.standaard.be/cnt/dmf20200623_04999392