Boerenverstand en ideologieën volstaan niet meer

Alexander De Croo in Glasgow. ‘Op de klimaatconferentie in Glasgow gingen België en zijn deelstaten met de billen bloot, omdat ze zelfs geen plan konden indienen.’ afp

Column uit De Standaard van 25 mei 2021

Besliskunde is een boeiende en sterk groeiende tak van de wetenschap die ook in België wordt gedoceerd aan de universiteiten. Maar dat laatste is niet te merken in onze politiek en in ons beleid.

In een almaar sneller veranderende wereld volstaan boerenverstand en ideologieën niet meer om beleid te voeren. Met haar beslissings­bomen, scenariodenken, fuzzy logica, influencediagrammen en allerlei heerlijke modellen die steunen op discrete wiskunde en artificiële intelligentie, brengt de besliskunde voor complexe problemen – waarin alle variabelen razendsnel veranderen – in kaart welke oplossingen waarschijnlijk de beste zullen zijn.

Die wetenschap wordt vaak toe­gepast in de geneeskunde, in het bedrijfs­management, in het water­beheer (minder in Wallonië, bleek tijdens de watersnood in juli), in de logistiek en het transport, in de verzekeringen en in de epidemiologie.

Ze kiezen niet wetenschap maar politiek conflict

als middel om de oplossingen te kiezen

Wetenschappers, experts en ambtenaren reiken met hun modellen ook oplossingen aan onze politici aan. Maar dat zaad valt vaak op de rotsen. Onze politici kiezen zelden de oplossing die waarschijnlijk het grootste collectieve nut oplevert. Zij verkiezen het politieke conflict als middel om te selecteren welke­ beslissingen ze nemen. En in een land met extreme politieke versnippering én een doorgeschoten particratie, drijft dat de politiek in de richting van twee platvloerse criteria om te selecteren welke beslissing hun voorkeur verdient: Wat doet het meest pijn aan mijn concurrent? En: hoe kan ik voordelen losweken voor mijn achterban?

Ik huil niet mee met de wolven die alle politici en alle overheids­beslissingen over één kam scheren. Ze menen het vaak goed en nemen wel nog ‘kleine’ beslissingen, en geregeld zelfs goede. Maar moedige en vooruitziende grote beslissingen zijn zeldzaam. Wij lopen daardoor zelden voorop in Europa: in haast niets zijn we richtinggevend. Grotere hervormingen en samenhangende gehelen van beslissingen, zie je hier bijna nooit. We kunnen het niet. Langetermijndenken vloekt met de heersende politieke cultuur. Staatsmannen en -vrouwen hebben we haast niet meer. De deelstaten doen het soms wat beter, maar zijn in hetzelfde bedje ziek.

Twee voorbeelden: de pensioenen en het klimaat. De vorige federale rege­ring kreeg van onze beste pensioenexperts een puik voorstel om de pensioenen te hervormen. Maar ze pikte er slechts enkele onsamenhangende punten uit en gooide de rest bij het vuilnis. Ook de huidige regering zal straks niet in staat blijken een samenhangende pensioenhervorming tot stand te brengen. Er is een kleine kans dat ze enkele kleinere knelpunten een (halve) oplossing kan geven.

Op de klimaatconferentie in Glasgow gingen België en zijn deelstaten met de billen bloot, omdat ze zelfs geen plan konden indienen. De ene regering had veel ambities, maar geen maatregelen om ze te realiseren, de andere had maatregelen maar geen ambitie. De betrokken poli­tici gaven elkaar de schuld en deden­ voort zoals ze bezig waren.

De EU beschouwt ons al lang als een zootje ongeregeld

dat de regels en normen aan zijn laars lapt

De internationale media maken zelden nog melding van zulke wanvertoningen. Ze zijn die al gewoon van België. Het is geen nieuws meer. En de EU beschouwt ons al lang als een stel belhamels, een zootje ongeregeld dat de regels en normen aan zijn laars lapt.

Maar we mogen ook niet te veel verwachten van politici. De lange termijn is niet echt hun ding, en dat geldt ook voor politici in de rest van de wereld. De meeste landen hebben als aanvulling daarom gezagvolle en gerespecteerde administraties, en planbureaus, wetenschappelijke raden, een chief scientific advi­sor of een dienst voor strategic foresight studies­ om lange­termijnbeleid aan te reiken­. Onze politiek wil niet weten van zulke medespelers. Ze maakt administraties monddood en ondergraaft het gezag van grote instel­lingen door geen rekening te houden met hun adviezen.

Wie iets wil doen aan het onvermogen om de grote beslissingen te nemen – en bij voorkeur de juiste – moet de politieke versnippering en de particratie terugdringen en moet gezagvolle administraties en adviesinstellingen de lijnen voor lange­termijnbeleid laten aanreiken. Burgerparticipatie kan de politiek bij de zaak houden. Als we niet die weg opgaan, glijden het land en zijn deelstaten onafwendbaar verder weg in de internationale rangschikkingen.

Zo toonden Eurostat-cijfers die de voorbije dagen opdoken dat Brussel de slechtste score van alle hoofdsteden behaalt voor armoede: 37 procent van de bevolking leeft er in of op de rand van de armoede. Dik 10 procentpunten meer dan de tweede stad in die rangschikking, Wenen met 27 procent. Brussel heeft met zijn 37 procent meer dan dubbel zoveel armen als Amsterdam en Kopenhagen (17 procent) en bijna viermaal zo veel als Helsinki (10 procent).

Guy Tegenbos

Lees deze column ‘De Bomen en het Bos’ in zijn originele vorm in De Standaard van 25/11/2021; daar kun je ook reacties op het artikel lezen:https://www.standaard.be/cnt/dmf20211124_98022620