wo 15 maart 2017
Laaggeschoolden zakken verder weg
De Standaard De Bomen en het Bos Woensdag 15 maart 2017
Het gaat slecht met de laaggeschoolden in ons land. Volgens cijfers die oud-politicus en professor Frank Vandenbroucke (Universiteit Amsterdam) vorige week citeerde in Turnhout is de armoede onder de Belgische laaggeschoolden bij de hoogste in Europa en is hun achteruitgang sinds 2008 ook bij de ergste in Europa.
28 procent van de Belgische laaggeschoolden is arm. Dat is dubbel zoveel als bij de middengeschoolden, en viermaal meer dan bij de hogergeschoolden. Onder de Nederlandse laaggeschoolden zijn er maar half zoveel armen (14 procent) als onder de Belgische. Andere cijfers, onder meer van Bea Cantillon (UAntwerpen), bevestigen dat: in ons land stijgt de armoede onder de laaggeschoolden op actieve leeftijd.
Het gaat niet alleen om armoede. De laaggeschoolden leven ook minder lang en het aantal gezonde levensjaren dat ze mogen verwachten, ligt 15 jaar, en meer, lager dan voor de hoogst geschoolden.
De kans om werkloos te worden, is voor laaggeschoolden dubbel zo groot als voor middengeschoolden en vier keer groter dan voor hogergeschoolden. In de buurlanden is dat verschil kleiner.
Is er dan geen sprankel goed nieuws? Toch wel. Het aantal laaggeschoolden tussen 25 en 65 jaar is gehalveerd in vijftien jaar tijd, leert het Steunpunt Werk. In 1999 waren er 1,3 miljoen, in 2015 nog 785.000. Maar de werkkansen van de jongeren onder hen dalen. Waarom? Als almaar minder mensen geen middelbaar onderwijs voltooid hebben, wordt de kloof tussen hen en de rest van de mensen groter.
Wie laaggeschoold is,
hoeft het niet te blijven
Wat is er te doen tegen die dramatische ontwikkeling?
De allerbeste maatregel is maken dat er geen of zo weinig mogelijk laaggeschoolden bijkomen en dat elke jongere het secundair onderwijs met vrucht afmaakt. Maar de werkelijkheid is genuanceerder.
Het aantal ‘ongekwalificeerde schoolverlaters’ is weliswaar aan het dalen, maar 10 procent is nog te veel. In de grote steden liggen de cijfers dramatisch hoger. Weinig mensen verwachten dat de ‘hervorming’ van het secundair onderwijs, die de Vlaamse regering goedkeurde, daaraan iets zal veranderen. Wel positief is dat er meer werkplekleren komt en dat het duaal onderwijs uitgebouwd wordt.
Meer jobs creëren voor laaggeschoolden is de op één na beste methode. Maar ook hier is er weinig goed nieuws te melden.
Steeds minder laaggeschoolden vallen nog onder de federale lastenverlaging voor werkgevers die laaggeschoolden (laagbetaalden) in dienst hebben. Bovendien zijn de Vlaamse premies om langdurig werklozen (vaak laaggeschoolden) aan te werven, grotendeels afgeschaft. De VDAB bemiddelt beter en beter voor de laaggeschoolden, maar zou zich weer meer moeten concentreren op het straffen van werklozen. Extra jobs in de sociale economie komen er niet. En ten slotte hebben de dienstencheques 1110.000 jobs voor laaggeschoolden gecreëerd, maar volgens professor Vandenbroucke duiken daarin steeds meer middengeschoolden op. De klanten verkiezen personeel met een iets hogere scholing. Weinig dienstenchequebedrijven geven hun laaggeschoolde werknemers vormingskansen om zich op te krikken.
Dat leidt meteen tot de derde methode die dit land helaas weinig bewandelt: het zalmprincipe. Geef laaggeschoolden de kans om met bijscholing en vorming op te klimmen. Wie laaggeschoold is, hoeft dat niet te blijven. Hier is een beetje goed nieuws.
De witte sector heeft als enige geleerd dat hij op die manier het tekort aan arbeidskrachten kan wegwerken. Hij laat verzorgenden opklimmen tot zorgkundigen, zorgkundigen tot verpleegkundigen-HBO5, en die kunnen op hun beurt bachelor in de verpleegkunde worden. Andere sectoren doen dat niet.
Positief is ook dat de Vlaamse regering afgelopen week nota’s goedkeurde die in die richting gaan. ‘Focus op Talent’ heet het programma waarmee ze bedrijven aanspoort minder naar diploma’s te kijken en meer naar de competenties en talenten van mensen. In dat kader sloot ze zelfs een akkoord met de vakbonden: die krijgen geld als ze werknemers, werkzoekenden en werkgevers in die richting begeleiden. Ze keurde ook een programma goed om van Vlaanderen een ‘werkend en lerend land’ te maken dat inzake levenslang leren opnieuw vooroploopt. Ze heeft zelfs twee hoge ambtenaren vrijgesteld om dat uit te werken. Aha.
Deze column verscheen in De Standaard van 15 maart 2017. http://www.standaard.be/cnt/dmf20170314_02781008
De gegevens die Frank Vandenbroucke in Turnhout aanreikte, zijn terug te vinden op http://www.frankvandenbroucke.uva.nl