di 2 juni 2020
Naar een Vlaamse Wetenschappelijke Toekomstraad?
Guy Tegenbos en prof. Jan De Groof
De Vlaamse regering heeft (nog?) niet beslist een Wetenschappelijke Toekomst- raad op te richten. Dat was nochtans nadrukkelijk gevraagd door de rectoren van de vijf Vlaamse universiteiten en door de meer dan 100 prominente onderteke- naars van het Manifest voor een Vlaamse Wetenschappelijke Raad voor het Regerings- beleid/Wetenschappelijke Toekomstraad. In het regeerakkoord van 1 oktober 2019 komt de term Toekomstraad niet voor, en evenmin in de Beleidsnota Algemeen Rege- ringsbeleid, die minister-president Jan Jambon indiende bij het Vlaams Parlement. De begroting 2020 voorziet ook niet in budgettaire ruimte voor dergelijke Raad.
Alles was nochtans klaar. Prof. dr. ir. Willy Verstraete, Voorzitter van het FWO, had nog van de vorige regering de ‘verkennersopdracht’ gekregen de oprichting van een ‘Vlaams Strategische Toekomstraad’ voor te bereiden. Hij diende zijn rap- port met voorstellen inzake samenstelling, werking, financiering,… tijdig in.
Die opdracht aan professor Verstraete was niet het eerste moment waarop de vorige Vlaamse regering uiting gaf aan haar beleidsvoornemen een equivalent uit te bouwen van de Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Minister-president Geert Bourgeois deed dit al in zijn ‘Witboek voor een Open en Wendbare Overheid’. Hij herhaalde dat voornemen op 4 december 2018 in het Vlaams Parlement, en ook nog eens op het Verrekijkerssymposium over een Vlaamse Toekomstraad op 25 maart 2019.
De documenten, waarin de Vlaamse administratie elementen aandroeg voor het nieuwe regeerakkoord, gingen ook in die richting, en drongen aan op de uit- bouw van ‘toekomstverkenningen’. Die vormen het basismateriaal voor een We- tenschappelijke Toekomstraad.
Op 25 maart 2019 bracht de ‘Vlaamse Vereniging voor Bestuur en Beleid (VVBB)’ een sterk en genuanceerd positief advies uit over dergelijke Toekomstraad tij- dens het symposium over een Vlaamse Wetenschappelijke Toekomstraad, dat georganiseerd werd door de VLIR en de initiatiefnemers van het Manifest voor een Vlaamse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, in samenwerking met deBuren en de Koninklijke Vlaamse Academie van België (KVAB). Tijdens dat symposium uitte de Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Rege- ringsbeleid (WRR) genereus zijn bereidheid om mee te werken aan de uitbouw van de Vlaamse Toekomstraad, en om er in een latere fase mee samen te werken.
Directeur Frans Brom en research fellow Anne-Greet Keizer maakten duidelijk dat veel van de landen die ten noorden van Vlaanderen liggen – en die volgens minister-president Jambon als voorbeeld dienen – over zulke raden beschikken: Denemarken heeft zijn Disruption Council, Finland zijn Committee for the Future, enzovoort. Lieve Van Woensel, hoofd van de Scientific Foresight Service van het Europese Parlement, maakte op dat symposium de voordelen duidelijk waarom de EU ook die aanpak koos. Met die informatie in het achterhoofd is het verba- zend dat de Vlaamse regering (nog?) niet aankondigt dat ze een Wetenschappelij- ke Toekomstraad gaat oprichten.
Toch zijn er ook positieve elementen. De Vlaamse regering heeft de oprichting van de Wetenschappelijke Toekomstraad ook nog niet afgewezen …
In de Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid, die minister-president Jan Jambon bij het Vlaams Parlement indiende, zitten handvatten voor het langetermijndenken en een verkenning van de toekomst. In het belangrijke hoofdstuk over de verde- re uitbouw van de Statistische Autoriteit en het Netwerk Statistiek Vlaanderen is ook sprake van een ‘nieuwe Studiedienst voor het Algemeen Regeringsbeleid’ en van ‘het verdere werk omtrent toekomstverkenningen.’ De beleidsnota er- kent ook de ‘behoefte aan kennis en inzichten om concrete antwoorden te bie- den op korte, middellange en lange termijn.’ Ze noemt het belangrijk ‘op korte termijn beleidsgerichte analyses uit te kunnen voeren’, maar benadrukt ook de nood aan ‘wetenschappelijk onderbouwde strategische inzichten die vandaag een antwoord bieden op de trends en onzekerheden van morgen’.
Jan Jambon schrijft verder ook dat hij ‘wil starten met de uitwerking van toe- komststudies en macro-economische analyses’. Voor die ‘toekomststudies wordt nauw samengewerkt met de verantwoordelijken van de transitieprioriteiten van de Visienota 2050’ uit de vorige regeerperiode.
De minister-president benadrukt ook dat hij veel belang hecht aan beleidsrele- vant onderzoek en beleidsevaluatie. Hij belooft daarvan zelf de coördinatie op zich te nemen. In samenspraak met zijn collega’s wenst hij ook ‘de werking van de reeds bestaande (advies)raden, onderzoeksinstellingen en wetenschappelijke steunpunten tegen het licht te houden’, met als bedoeling hun ‘onderlinge sa- menwerking en interactie te verbeteren, om zo het beleid steviger wetenschap- pelijk te onderbouwen’.
Verder wil hij dat de studiediensten en onderzoeksinstellingen van de Vlaamse overheid ‘in overleg treden met de steunpunten beleidsrelevant onderzoek, de strategische adviesraden, de universiteiten, de hogescholen, de denktanks, refe- rentielanden en -regio’s, en de internationale organisaties met betrekking tot beleidsonderzoek en -evaluatie’.
Deze citaten uit de Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid tonen aan dat een aantal van de bekommernissen die aan de grond lagen van onze keuze voor een Wetenschappelijke Toekomstraad voor Vlaanderen, erkend en gedeeld worden door de nieuwe minister-president en zijn regering. Het komt er dus op aan de komen- de maanden de minister-president en de regering te overtuigen dat een Weten- schappelijke Toekomstraad een essentiële schakel vormt om die mooie grondbe- kommernissen en voornemens waar te maken.
Wij willen ons, samen met de rectoren van de vijf Vlaamse universiteiten, de komende weken en maanden inspannen om de Vlaamse regering en de Vlaamse minister-president daarvan te overtuigen. Mogelijk zullen we daarbij ook een beroep doen op uw medewerking. Maar voel u niet geremd om intussen, in de politieke contacten die u de komende tijd hebt, aan te dringen op de realisatie van een Vlaamse Wetenschappelijke Toekomstraad. Die is een onmisbare schakel om het wetenschappelijk onderbouwd langetermijndenken en -handelen te verankeren in de Vlaamse beleidsgewoonten en -structuren. En dat is waar het ons allen om te doen is.
Dit artikel werd gepubliceerd in ‘Utopie voor Realisten. De verrekijker voor toekomstdenkers’, Jan De Groof (red.), LannooCampus, mei 2020.