Kan nieuwe regering hercules-taken aan?

Column De Bomen en het Bos, De Standaard, 8 oktober 2020

Eindelijk gaat het over inhoud. Over beleid. De ambities zijn reuzegroot. Maar de vraag is: heeft de federale rege­ring een apparaat om dat beleid voor te bereiden en uit te voeren? Als je de namenlijst van onze nieuwe mini­sters met hun bevoegdheden overloopt, en even nadenkt over het beleid dat ieder van hen zal moeten voeren, slaat de angst je om het hart. Ga het lijstje maar af: ieder van hen heeft een ware herculesopdracht. In élk domein is een diepgaande en brede hervorming nodig.

Het federale bestuursniveau heeft decennialang op veel punten stil­gestaan. Onze arbeidswetgeving was een kwarteeuw geleden al verstard, nu nog meer. De diepgaande pen­sioenhervorming die ook de vorige regering niet kon doorvoeren, werd in de meeste landen in de jaren 90 ingezet. Justitie kreeg de afge­lopen jaren wel nieuwe wetboeken, maar de wijze van recht ­spreken dateert uit de vorige eeuw. De justitie­paleizen en gevangenissen zijn nog een eeuw ouder, en de informatica ook, hoor je weleens zeggen. Ons federale beleid rond klimaat, milieu, energie, fiscaliteit, mobiliteit, digitalisering … loopt achter in Europa.

De verwachtingen zijn dus huizenhoog. We moeten bijbenen. En voor wat er nodig is, volstaan de ‘hapsnapmaatregelen’ die onze ­ruziënde coalitieregeringen vaak bijeen breien, niet. Daarvoor zijn echte systeemhervormingen nodig die járen­ worden volgehouden en die regeer­periodes overstijgen.

Een ménage à trois is

al een moeilijke relatie,

wat wordt het dan met zeven?

De regering die al die hercules­opdrachten moet klaren, is extreem kwetsbaar op twee vlakken. Ten eerste is het een zevenpartijenregering. Een driehoeksverhouding of een ménage­ à trois is al een moeilijke rela­tie. Wat wordt het dan met ­zeven? We zullen een nieuwe tak van de wiskunde moeten ontwikkelen: heptagoniometrie; niet driehoeks- maar zevenhoeksmeetkunde.

De partijvoorzitters die het formatie­akkoord sloten, beseffen dat. Woorden als goede samen­werking, wederzijds vertrouwen, elkaar iets gunnen, vliegen in het rond. In het debat tijdens het openings­college van professor Carl Devos, eerder deze week in Gent, erkenden de aanwezige Vlaamse partij­voorzitters – Egbert Lachaert (Open VLD), Conner­ Rousseau (SP.A) en Joachim­ Coens (CD&V) – dat ze de rege­ring-De Croo zouden torpederen als ze hun partijen­ bleven ‘profileren’.

De partijen zullen dus niet meer doen wat ze de jongste tien jaar almaar meer deden: hun onderlinge verschillen kunstmatig uitvergroten in de hoop daarmee hun wegvliedende kiezers bij zich te houden. Die partijen zullen maar overleven als ze samen dingen realiseren zonder ruzi­e te maken, dingen die echt belang­rijk zijn voor de burgers en die niet vooral ingaan op de waan van de dag. Ik besef het: dat laatste is snel geschreven, maar hondsmoeilijk om te doen.

Die herculesopdrachten realiseren is nog om een tweede reden moeilijk: het apparaat dat die opdrachten zou moeten voorbereiden en uitvoeren, is verwaarloosd. Van de ministers van Ambtenarenzaken werd de afgelopen vijftien jaar vooral verwacht dat ze het aantal ambtenaren deden dalen. Voor alle andere overwegingen en plannen, had de ministerraad geen belangstelling.

Veel administraties zijn onder­bemand. Ze kunnen niet meer doen wat ze moeten doen. Anderen mogen niet doen wat ze kunnen doen. Zij zijn onderbenut. Die ambtenaren zijn meer dan behoorlijk geschoold, maar de voorbereiding van het ­beleid is hen ontnomen. Zelfs de ­beleidsuitvoering en -evaluatie zijn voor een deel naar de kabinetten gegaan. De meeste administraties hebben ook geen beheers­contract meer waarin wordt afgesproken wat van hen verwacht wordt en wat ze daarvoor als middelen krijgen. Wacht maar af tot het kabinet richtlijnen geeft, is de regel. En in de 600 dagen dat er geen volwaardige regering was, kwamen er nauwelijks richt­lijnen.

Administraties moeten

opnieuw hoofdrol krijgen

Via beheerscontracten moeten de administraties geresponsabiliseerd worden om het beleid uit te voeren. Ze moeten opnieuw de hoofdrol krijgen bij de voorbereiding van het beleid­, zeker van het langetermijn­beleid over de regeerperiodes heen, dat we zo hard ontberen.

De toplui van de Vlaamse en federale gezondheidsadministraties hebben een mandaat gevraagd om de staatshervorming voor de gezondheidssector voor te bereiden. Krijgen ze die kans? Als de administraties opnieuw hun werk mogen doen, kunnen de kabinetten worden afgeslankt, temeer omdat – zoals de partijvoorzitters beseffen – de politieke strijd onder de kabinetten in de zoge­naamde interkabinetten­werkgroepen, moet afnemen.

De zevenpartijenregering moet ook stoppen met politieke benoemingen voor de topfuncties in de admi­nistraties. En ze moet stoppen met in de raden van bestuur van de federale instellingen de postjes te verdelen onder de regerende partijen. Die instellingen smeken al jaren om onafhankelijke bestuurders. Geef hen die.

Dat zijn elementen van politieke vernieuwing die nodig zijn, maar nog ontbreken in het mooie hoofdstuk met die titel in het formatie­akkoord.

Deze column verscheen in De Standaard op 8 oktober 2020

:https://www.standaard.be/cnt/dmf20201007_97677314