vr 13 november 2020
De Belgische structuren zijn uitgeleefd
Interview met Guy Tegenbos, voormalig journalist bij De Standaard, in ’t Pallieterke van 12 november 2020
Midden jaren tachtig werd Guy Tegenbos journalist bij De Standaard toen de generatie van Manu Ruys, Hugo De Ridder en Louis De Lentdecker nog het gelaat van de krant was. Minder geweten is dat hij daarvoor ervaring opbouwde in de academische wereld en op enkele CVP-kabinetten. Hij verdiepte zich op de redactie in sociale dossiers, en die microbe was een blijver. Wij zochten hem op voor een gesprek over de “foute politieke cultuur”, maar ook over de macht van virologen en het identiteitsprobleem van de N-VA.
Keurig in wit hemd en das verwelkomt Guy Tegenbos ons in zijn smaakvol appartement in centrum Herentals; ook vestimentair behoort hij duidelijk tot de journalistieke traditie van een andere tijd. En voor de volledigheid: mét mondmasker. Aan de voordeur voorziet hij ook handgel – corona oblige. Onmiddellijke aanleiding voor dit gesprek is een kritisch opiniestuk, verschenen eind september, waarin hij het politiek bestel de levieten leest. Maar waarom dit niet eerst in verband brengen met hét onderwerp van het voorbije halfjaar?
’t Pallieterke // Er doet wel wat kritiek de ronde over hoe de corona-crisis van overheidswege aangepakt is. Kan u deze critici bijtreden of is men te streng voor onze beleidsmakers?
Guy Tegenbos // “Dat er een slechte verhouding was tussen de politiek en de experts is een realiteit die niet geloochend kan worden. In heel wat gevallen bleek het beleid ook niet daadwerkelijke tot beslissingen te kunnen komen, wat ervoor gezorgd heeft dat de virologen als het ware de macht gegrepen hebben. Ik heb het in één van mijn columns wel eens over de regering Van Ranst I gehad (lacht). Toen het wat beter ging, hebben de politicigetracht opnieuw het laken naar zich toe te trekken. Alleen begingen ze toen de flater de rusthuizen veel te vroeg terug open te stellen, waardoor ze bakken kritiek kregen en terug onderdoken. Eigenlijk waren we getuige van een aaneenschakeling van korte termijnbeslissingen. En kan dit verbazen? De voorbije zestien maanden is afdoende aangetoond dat men de officiële structuren in dit land heel vaak niet in staat zijn fundamentele beslissingen te nemen. Dit creëert ruimte die door anderen ingevuld wordt: virologen, de administraties,…. Maar in ‘normale tijden’ zijn dat meestal de partijen as such. Gelukkig is er de gezondheidszorg waar de mensen en de instellingen als ziekenhuizen in crisistijden wél hun verantwoordelijkheid opnemen.”
De voorbije zestien maanden is afdoende
aangetoond dat men de officiële structuren
in dit land heel vaak niet in staat zijn
fundamentele beslissingen te nemen.
Vlaamse dadenkracht
’t Pallieterke // Heeft de Vlaamse regering hier geen unieke kans laten liggen? Ze hadden een stevig antwoord kunnen formuleren op het slabakken van de regering Wilmès. Vlaamse daadkracht versus federaal geknoei, als het ware.
Guy Tegenbos // “Er was overeengekomen dat de grote lijnen van het coronabeleid federaal zouden worden uitgezet. De Nationale Veiligheidsraad was trouwens de facto een confederale constructie waarin de verschillende federale entiteiten vertegenwoordigd waren. Samen handelen, niet alleen was het grote politieke akkoord. En op die basis werd Wilmès … de woestijn ingestuurd. Je krijgt dan taferelen zoals rond het onderwijs waarin Vlaanderen – bij de eerste lockdown – in de minderheid werd gesteld binnen die Veiligheidsraad en besloten werd toch alle scholen te sluiten ook al waren de meningen van de virologen verdeeld. Wat er ook van zij, president Macron besliste dat de scholen in Frankrijk toegingen en toen werd federaal beslist dat hier ook te doen en Vlaanderen moest volgen.
’t Pallieterke // Hebben de voorbije maanden dan ook vooral niet de onbestuurbaarheid van dit land aangetoond?
Guy Tegenbos // “Die onbestuurbaarheid is vooral het failliet van de Belgische instellingen, wat nog iets anders is dan het land als dusdanig. Anders gesteld: als men de vraag stelt of dit land nog een toekomst heeft, dan luidt mijn stellig antwoord ja, maar enkel als men de instellingen grondig hervormt aanpast. Ben ik voor een boedelscheiding die in een soort onafhankelijk Vlaanderen moet uitmonden? Er zijn alternatieven. Neem nu het Zwitsers model dat een inspiratiebron kan zijn. Daar heb je een federale regering met een beperkte bevoegdheid, die proportioneel is samengesteld en waarbij elke minister beurtelings een jaar het premierschap waarneemt.”
’t Pallieterke // Alleen vertrek je niet met een wit blad. Zwitserland is een land met een eeuwenoude traditie, de beruchte Eidgenossenschaft eidgenossenschaft. België heeft zeker op het gebied van politieke cultuur een heel andere voorgeschiedenis. Dergelijke tradities en modellen kan je toch niet het voorwerp van een copy/paste–operatie maken?
Guy Tegenbos // “Klopt, en dus moet je met concrete beslissingen werken waardoor de zaken bijgestuurd worden. Op die manier leg je de basis van een prille nieuwe traditie. De grote plaag van ons politiek cultureel model is de particratie. De greep van de partijen is gewoon te groot, wat zich vertaalt in te machtige kabinetten. De tegenkrachten in het democratisch bestel – de administratie bijvoorbeeld – dienen hersteld te worden.”
’t Pallieterke // En dat brengt ons bij u veel besproken opiniestuk dat eind september in De Standaard verscheen. U maakte zich danig boos?
Guy Tegenbos // “De politieke impasse was toen al een verhaal van 16 maanden. In welk normaal land zou men dit zo lang durven laten aanslepen? Wat me dreef was pure ergernis. Waarom was dit nog steeds niet opgelost? En hoe is het mogelijk dat men zich steeds maar vastrijdt? Op een gegeven ogenblik was er bijna een akkoord tussen Bart De Wever en Paul Magnette, maar wat daarna volgde was surrealistisch. Een week lang vol leugens, intriges en politieke spelletjes zoals ik ze nooit zag.”
Strijd tegen kabinetten
’t Pallieterke // De greep van de partijen op het hele gebeuren is te groot, benadrukte u. De kabinetten moeten afgeslankt worden, maar volstaat dit? Ergens vraagt u dat ze zichzelf ontwapenen. Zopas nog raakte bekend dat de regering De Croo meer cabinetards telt dan de regering Michel…
Guy Tegenbos // “Ontzettend triest is dit. Het bewijst dat ze het nog steeds niet begrepen hebben. Er heeft zich een foute politieke cultuur ontwikkeld, en daarvan zijn kabinetten een voorbeeld. Ze zijn het vehikel waarmee de partijen hun supergreep op de macht vestigen en alle tegenmachten – administraties, adviesorganen, … onmachtig maken. Terwijl die partijen in een overlevingsmodus terecht zijn gekomen. De meeste Vlaamse partijen zijn er belabberd aan toe en hebben nog amper iets meer dan 10 procent van de stemmen. Het uitoefenen van de macht draait voor hen niet meer om het ten uitvoer brengen van een visie, maar is als een instrument om het eigen overleven te bewerkstelligen. De drijvende kracht van een democratie is de kiezer. Die moet duidelijk maken dat hij het niet meer pikt.”
De Grote Plaag van ons
politiek bestel is de particratie
De erfenis van Geens
’t Pallieterke // “Hij is kritisch voor het tweelandenland België met z’n constructiefouten, en met z’n foute politieke cultuur die de deelstaten helaas voor een deel hebben overgenomen”, zo lezen we op uw webstek. U bent er niet van overtuigd dat de boodschap van Gaston Geens zaliger (‘Wat we zelf doen, moeten we beter doen’) een realiteit is geworden?
Guy Tegenbos // “Op Vlaams niveau werden heel wat foute zaken overgenomen. Het zijn ook dezelfde partijen die hun greep op het apparaat willen veilig stellen. En zeggen dat het er ooit naar uitzag dat we in een heel andere richting zouden evolueren. In de jaren negentig stond Vlaanderen bestuurlijk gesproken het verst op het vlak van new public management. Er vond een beweging plaats die de onafhankelijkheid van de administratie in de hand werkte. Deze werd ook meer gewaardeerd, zoals het hoort, net zoals de kabinetten afgeslankt werden, zij het dat dat best wat sneller had mogen gebeuren (glimlacht). Dat waren de jaren van het trio Van den Brande-Van den Bossche-De Meester. Toen in 1999 de eerste Paarse regering tot stand werd gebracht, is Luc Van den Bossche naar het federale niveau gehaald waar hij een vergelijkbare oefening wou uitvoeren. Een verstandige kopie van wat in Vlaanderen gebeurd was. Dat waren de zogenaamde Copernicus-hervormingen. Maar na het vertrek van Van den Bossche is dat afgebroken en wist de PS haar greep op ambtenarenzaken te herstellen. En wat die uitspraak van Geens betreft: het is zoals jij zegt: ‘Wat we zelf doen, moeten we beter doen’, en niet ‘wat we zelf doen, doen we beter’, zoals vaak verkondigd is. Jammer genoeg neemt men deze verdraaiing nogal snel voor waarheid aan.”
’t Pallieterke // Is het responsabiliseren van de deelasten een piste? Per slot van rekening is de huidige versnippering iets waar velen zich achter verschuilen?
Guy Tegenbos: “Homogene bevoegdheden tot in het absolute doortrekken is een utopie, maar het kan en moet duidelijk beter dan vandaag. Ongeacht voor welk model men kiest, zal dit toch wel een hoeksteen moeten zijn. Anders leg je de kiemen voor nieuwe problemen. Dit gezegd zijnde, ben ik bereid om out of the box te denken. Zelfs een systeem met vier entiteiten, vier gewesten zeg maar, is bespreekbaar.”
’t Pallieterke // Vaak is de complexiteit van Brussel een rem op dergelijke creativiteit. Worden dergelijke pistes plausibeler door de veranderde kijk van Vlaanderen op Brussel? Een weggesmolten interesse betekent immers dat de garanties die weleer verkregen werden, makkelijker op de schop kunnen?
Guy Tegenbos // “Vlamingen liggen niet meer wakker van Brussel, het is een onloochenbaar feit dat ik heel erg betreur. Velen menen dat Brussel niet nodig is, althans dat denken ze. Dat is trouwens een sentiment dat je niet enkel bij de modale Vlaming aantreft hoor. Ook bij politici is die belangstelling tanend. Ondertussen staat de positie van het Nederlands er steeds meer onder druk. Probeer maar eens in uw taal geholpen te worden in een Brussels bankkantoor, bonne chance. De problematiek in de ziekenhuizen is al heel lang een oud zeer. En zo kan ik nog even doorgaan. En zeggen dat er een minister in de Vlaamse regering bevoegd is voor Brussel, om nog maar te zwijgen van de drie Vlaamse excellenties in de Brusselse regering. De klucht van de taalkennis in de gemeentelijke administraties in Brussel is gekend: de Vice-Gouverneur stelt op dat vlak elk jaar keurig zijn verslag op. Alleen doen de politici van het Brussels Gewest er niets mee. Er kan maar sprake zijn extra bevoegdhen voor het Brussels Gewest als dat Gewest en zijn gemeenten de Vlamingen respecteren.”
Het probleem van de N-VA
’t Pallieterke // Wanneer we de N-VA strategie op een ietwat langere periode beoordelen, tekent zich daar geen dramatisch verhaal af? Groot geworden met de boodschap dat België onbestuurbaar is, toegetreden tot de regering Michel in de veronderstelling dat hier steevast een cruciale communautaire ronde zou komen, maar nu samen met het VB terug op de oppositiebanken…
Guy Tegenbos // “De grote uitdaging van de N-VA wordt hoe ze zich de komende jaren kunnen positioneren. U hebt gelijk, ze werden groot door hun boodschap die toen Vlaams en centrum was. Ze maakten een bocht en gingen zich economisch rechtser profileren. Het communautaire werd onderdrukt. Op zich is die beweging wel ergens logisch te noemen. Toen kwam het einde van de regering Michel, met het incident rond het VN-pact van Marrakech dat leidde tot de val van die regering, weet je nog wel? Dat heeft N-VA stemmen gekost, want door precies de migratietoer op te gaan hebben ze de positie van het Vlaams Belang bevestigd. De facto zegden zeggen ze door dat manoeuvre dat de concurrentie het bij het rechte eind had. Ze verloren aanhang op hun centrumflank door een rechtsere en liberalere profilering, en ze verloren ook op hun Vlaamse flank en op de migratieflank aan het Belang. Ze komen ergens in concurrentie met iedereen. Een echte eigen identiteit hebben ze niet meer, dàt is hun probleem.”
’t Pallieterke // De rol van Bart De Wever als spil van de partij blijft onbetwistbaar, maar wat is zijn houdbaarheidsdatum?
Guy Tegenbos // “Op zich kan je dit niet gezond noemen. Een sterke leider in een organisatie die geacht wordt creatief te zijn, mag niet te lang aanblijven. Hij is een sterk figuur, sterk in communicatie ook, daar niet van. Maar partijen moeten creatief zijn en als ze teveel naar dezelfde leider blijven kijken, ontneem je de dynamiek uit de organisatie. Nu ergens begrijp ik de situatie best hoor. Hij was de succesformule en telkens kwam de vraag om te blijven. Maar stel dat hij morgen om welke reden ook wegvalt, heeft de N-VA een probleem. Wie zou hem kunnen vervangen? Geen idee eigenlijk. Wanneer je de vraag stelt en er niet spontaan 3, 4 namen van potentiële opvolgers vallen, heb je als organisatie een probleem. Je zou eigenlijk altijd een plan B voorhanden moeten hebben. Persoonlijk ben ik voorstander van het Nederlands model waarbij een partijvoorzitter zich bezig houdt met de organisatie van zijn partij, niet met het beleid. Voor dat laatste doet men een beroep op de meest prominente figuren die in de regering of in het parlement zetelen. Die opdeling zou de greep van de partijen drastisch kunnen doen afnemen, wat ons weet bij het begin van mijn betoog brengt (glimlacht).”
’t Pallieterke // Tot slot: hoe schat u de kansen van de regering De Croo in?
Guy Tegenbos // “Mijn standpunt is altijd geweest dat dit niet de ideale combinatie is. Op zich zie ik drie mogelijkheden. Ofwel ga je voor het Vlaams model: centrum-rechts, zoals de Vlaamse regering, met de Franstalige zusterpartijen. Een beetje zoals de regering Michel dus. Ofwel ga je voor een afspiegeling van de Vlaamse én de Waalse regering waarbij de twee sterkste partijen uit Vlaanderen en Franstalige België de kern van de regering vormen, N-VA en PS dus. Ofwel – ten derde – opteer je voor het Waalse model: PS, MR en Ecolo en hun Vlaamse tegenvoeters, aangevuld met CD&V. Dat is Vivaldi, wat we nu gekregen hebben. Dit was niet mijn voorkeur. Maar feit is dat deze regering een meerderheid heeft en legitiem is. Dan mag ze van mij en met een wit blad van start gaan. Ze krijgt krediet, maar of ze dat ook waard is, zal de toekomst uitwijzen. In het regeerakkoord staan behartenswaardige dingen, zij het dikwijls zeer vaag geformuleerd; en is het financiële plaatje niet rond. Het is een mix van nieuwe mensen en ervaring. Frank Vandenbroucke bijvoorbeeld, alvast een verstandige zet van de Sp.a.”
Michaël Vandamme
/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Loopbaan in een notendop
“Ik heb het geluk altijd boeiende periodes in mijn professioneel traject gekend te hebben”, legt Guy Tegenbos uit. “Vlak na mijn studies Politieke Wetenschappen was ik twee jaar lang assistent aan de KUL. Een boeiende periode, niet in het minst als gevolg van het onderzoek dat we deden. Uitgangspunt was de macht van partijen in de oppositie te meten. En wat bleek? Die macht is groter dan velen denken. Vooral de Volksunie bleek daar in die jaren behendig in te zijn. Ze voerden dan ook doorgaans een goede oppositie, werden als een echt alternatief gepercipieerd en brachten ook nieuwe thema’s aan, ecologie bijvoorbeeld.
Daarna werkte ik vijf jaar op het rectoraat van de Universiteit van Antwerpen (UFSIA). ‘De universiteit moet opener worden’, was onze opdracht. Na onderwijs en onderzoek moest ze ook meer investeren in een bredere maatschappelijke taak.
Nadien ging ik enkele jaren de politiek in met functie op de kabinetten van toenmalige CVP-ministers Rika De Backer – de voorzitter van de eerste Vlaamse regering – en Daniel Coens – de eerste volwaardige minister van het Vlaams onderwijs. Ik had me voorgenomen dit maximum vijf jaar te doen, en ongeveer op dat moment vroeg Hugo De Ridder me voor De Standaard. Ik stond erop om in eerste instantie geen Wetstraat te doen, dat zou ongepast zijn met mijn kabinetsverleden. Het werden de sociaal-economische verhoudingen, toen een aparte discipline. Later werd ik chef Binnenland, daarna commentator en sinds mijn pensioen vijf jaar geleden columnist.”
/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
“Sociale anachronismen”
Guy Tegenbos groeide binnen de redactie van De Standaard uit tot dé specialist in sociaal-economische dossiers. “Ooit was er zelfs een aparte persprijs voor deze categorie”, lacht hij. Een voor dit land erg kenmerkende hoeksteen van het socio-economisch model is het zogenaamd sociaal overleg, de plek waar werkgevers- en werknemersorganisaties tot een consensus moeten komen. Het oogt mooi op papier als recept voor sociale vrede. “Jammer genoeg is dit niet meer dan een theorie geworden”, benadrukt Guy Tegenbos. “Men neemt op dat niveau niet meer de beslissingen die nodig zijn. Ik volg dit al sinds 1984 en in het begin kon je nog van een goed werkende aanpak spreken, maar wat later tijdens de jaren ’80 begon het te slabakken. Bepaalde punten kunnen pragmatisch aangepakt worden, maar serieuze zaken die er echt toe doen, blijven onbeantwoord. Neem nu dat onderscheid tussen arbeider en bediende. Door deze dichotomie in stand te houden, beknot je een deel van je werknemerspotentieel. We werden hiervoor al verschillende keren op de vingers getikt, zowel nationaal als internationaal. België werd er ook al voor veroordeeld. En ook het Grondwettelijk Hof noemde dit ongrondwettelijk. Alleen, het blijft onverminderd bestaan en verder dan wat hervormingen in de marge komen sociale partners en regeringen niet.”
“Mensen van mijn generatie zagen de samenleving sterk veranderen”, vervolgt Guy Tegenbos. “Zo was er in 1970 voor het eerste sinds de tweede wereldoorlog een terugval van jobs. Later kwam dan de oliecrisis en de kaap van de 100.000 werklozen werd overschreden, het was een heuse ramp (lacht). Het systeem van brugpensioen werd toen bedacht. Op die manier werd de werkloosheid naar de ouderen geschoven. Niet onlogisch, we hadden nu eenmaal een economie die door automatisatie te weinig jobs voorbracht om al die babyboomers aan een baan te helpen. Vandaag is de situatie heel anders en tot 2050 zal er net een tekort zijn op de arbeidsmarkt. Toch blijven we met dat brugpensioen zitten. In de meeste Europese landen is men dit rond 1990 dan ook gaan terugschroeven. Bij ons probeerde de Jean-Luc Dehaene die bocht in te zetten, alleen gingen de vakbonden dwars liggen. Overigens met steun van de werkgevers. Meer dan ooit is dit stelsel van brugpensioen een anachronisme.”
/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////