Kan de macht verschuiven?

Column ‘De Bomen en het Bos’, uit De Standaard van 11 februari 2021

Lees het hieronder,

of in de krant: https://www.standaard.be/cnt/dmf20210210_98297998

Hoe zou het nog met onze partijvoorzitters zijn? Tot voor kort waren ze niet weg te branden van het scherm, van de frontpagina’s en van de sociale media. Nu zie je ze nauwelijks. Op Bart De Wever (N-VA) na, die drie woensdagen na elkaar een human­interestprogramma krijgt van de VRT.

De politieke discussie is overgenomen door de ministers en de parlementaire oppositie. De zoektocht naar een ‘goede positionering van de partij’, is niet meer de allesover­heersende ratio in de politiek. En zo hoort het ook in een democratie. Partijvoorzitters moeten hun bedrijf – hun partij – besturen, maar niet het land. Dat moeten ‘de verkozenen des volks’ doen: het parlement en de regering. De meeste partijvoorzitters hebben overigens genoeg interne akkefietjes op te lossen. 

Georges-Louis Bouchez (MR) laat zich af en toe nog eens gaan, zonder veel erg. PS-voorzitter Paul Magnette verzet soms een baken. Joachim Coens (CD&V) vraagt nog weleens ‘begrip’ voor iets. Maar daar blijft het bij. En als een partijvoorzitter een voorkeur voor een beslissing uit, krijgt dat niet altijd navolging. Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) verdedigt de beslis­singen van het Overleg­comité, ook als zijn partijvoorzitter De Wever liever­ andere zag.

De partijvoor­zitters zitten weer

in hun mand en de regeringen nemen

de leiding in het beleid, en zo hoort het

De pandemie heeft tot een tweede machtsverschuiving geleid. Alle grote covid-beslissingen – over de lockdown, reizen, winkels, scholen en kappers – worden genomen door het aloude Overlegcomité van de federale en de deelstaatregeringen. Dat was nooit gemaakt om beslissingen te nemen. Het diende alleen om een uitweg te zoeken bij communautaire conflicten, en zelfs dat lukte niet. Nu neemt het alle hondsmoeilijke covid-beslissingen, in consensus. Dat is een merkwaardige machtsverschuiving naar een confederaal orgaan. Maar het werkt, en niemand schopt er stennis over.

Er is nog een derde verschuiving. Het federaal parlement heeft de voorbije maanden veel macht moeten inleveren. In de zestien maanden tussen de verkiezingen van mei 2019 en het aantreden van de regering-De Croo op 1 oktober 2020, was het echter bevrijd en ontvoogd. In die tijd was er geen regering die naam waardig. Parle­mentariërs konden vrij gaan zoeken naar meerderheden voor hun wetsvoorstellen en resoluties. In die periode zijn er 118 wetten goedgekeurd. Niet minder dan 78 kwamen er op parlementair initiatief, een unicum­. Daarnaast zijn 37 resoluties van parlementariërs goedgekeurd, waarvan enkele even zwaar wogen als een wet, zoals de resolutie van Els Van Hoof (CD&V) en Jan Bertels (SP.A) over de geestelijke gezondheidszorg. Sommige waren sinterklaaswetten: ze kenden gul allerlei uitkeringen en verlofstelsels toe aan groepen, zonder dat de budgettaire afweging werd gemaakt. Het toppunt was de ongedekte cheque van de pensioenverhoging voor Limburgse mijnwerkers. Het uiterst rechtse Vlaams Belang en de uiterst linkse PTB/PVDA trokken vaak samen de sinterklaaskar, en de linkse partijen voelden zich verplicht om mee te duwen­.

Het parlement was 16 maanden

bevrijd en ontvoogd

De regering-De Croo maakte een eind aan het vrije parlement. De parlementariërs van de meerderheid hopen­ nog dat ze zelfstandig hun job mogen doen, maar worden almaar meer aangemaand opnieuw netjes in de pas lopen. Als ze al eens een leuk wetsvoorstel hebben, is er altijd wel een minis­ter die het naar zich toe trekt.

De vierde verschuiving dateert van het begin van de pandemie: de grote invloed van onafhankelijke experts­ op het covid-beleid. Dat is on-Belgisch. Uit verklaringen van Bouchez viel af te leiden dat ze zich al een jaar uit de naad werken zonder enige vergoeding. Schande! Maar in dit land is dat misschien het best. Bouchez wilde hen betalen, om hen te kunnen verplichten te zwijgen.

Normaal kun je in dit land alleen expert worden als een partij je als ‘haar expert’ aanduidt en als je de partijlijn volgt. In covid-zaken is dat niet het geval. En zelfs de ambtenaren-experts mogen onafhankelijk advie­zen geven. Dat leidt weleens tot fricties met de politiek, maar de experts hebben hun onafhankelijkheid en hun freedom of speech niet verloren.

Dat zijn vier machtsverschuivingen. De partijvoorzitters zitten weer in hun mand en de regeringen nemen de leiding in het beleid, en zo hoort het. Regeringen hebben geleerd­ om samen en confederaal besli­ssingen te nemen. Ook dat is vooruitgang. Het federaal parlement heeft een periode van ontvoogding gekend en heeft daarvan gebruik en ten dele misbruik gemaakt. Het is nog niet uitgesloten dat daarvan iets rest. De covid-experts kunnen on­afhankelijk werken. Vier sprankels van hoop in dit bestuurlijk scheef­gegroeide land. Zijn ze voor eeuwig verankerd? Vergeet het. Maar dit leert wel dat verandering af en toe mogelijk is.