do 1 juli 2021
Wie zal dat betalen?
Ik wil de vakantiepret niet bederven, maar het valt niet te ontkennen dat onze overheden hun uitgavenpatroon hebben opgedreven sinds corona. We moeten daarover durven na te denken.
Géén coronadode op maandag: dat is hét signaal dat de pandemie eindelijk echt op de terugweg is. Maar de ellende is nog niet voorbij. De Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft voor de formatieonderhandelaars vijf realistische scenario’s uitgetekend over hoe corona ons nog maanden en mogelijk jaren parten zal spelen. Nederland heeft ook al professionele toekomstverkenningen van zijn planbureaus over de langetermijngevolgen van corona in meerdere beleidsdomeinen.
Ons motto is nog steeds: ‘We zullen wel zien.’ Dat passen we ook toe op het hogere uitgavenpatroon dat onze overheden aan corona overhouden. Zo heeft de gezondheidszorg veel extra uitgegeven, voor de vaccinatiecentra bijvoorbeeld. Dat moest. Daarnaast zijn vele honderden miljoenen uitgegeven om met uitkeringen de economische gevolgen van corona uit te vlakken voor gezinnen en bedrijven. Zo hoorde het. Die uitgaven vallen wellicht weg, maar het vele geleende geld moet ooit terugbetaald worden.
Corona legde ook een reeks nalatigheden van het beleid van de voorbije decennia bloot, zoals de onderbemanning van zorginstellingen, de onderbetaling van het zorgpersoneel en de ondermaatse digitalisering van het onderwijs. Die moesten worden rechtgezet. Eerst trok minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) met de bedelstaf rond, later peuterde hij 370 miljoen los voor zijn Digisprong: de digitale uitrusting voor scholen, leerkrachten en leerlingen. Al die nieuwe uitgaven zijn blijvend.
Dan waren er ook relanceuitgaven. Europa, de federale staat en de deelstaten gingen daarvoor lenen. Die uitgaven, die eenmalig horen te zijn, dienen om de economie opnieuw op dreef te helpen, en om ze productiever, digitaler en klimaatvriendelijker te maken. Veel van de relancemaatregelen zijn, zoals vaak hier, vermomde courante uitgaven. Neem de Digisprong: we hebben niet eenmalig extra computers nodig, elk jaar moet je een derde ervan vervangen.
Echt nieuwe investeringen zijn er ook niet vaak bij. Die in fietspaden, sociale woningen en het openbaar vervoer hadden al jaren geleden gebeurd moeten zijn. Een beperkt aantal is echt nieuw. Een deel van de klimaatinvesteringen, bijvoorbeeld, zoals de Blue Deal over het waterbeheer.
Het werkgelegenheidseffect van die investeringen is beperkt, dat is al berekend. De productiviteitsverhoging die daaruit zou moeten voortvloeien wellicht ook. Maar zeker is dat de meeste van die investeringen daarna blijvende kosten genereren. En de leningen moeten ook worden terugbetaald.
Eindsom: de uitgavenpatronen van de overheden zijn sinds corona flink verhoogd. Op zich is dat geen probleem. De noden zijn groot. En de bevolking is ruimhartig, zeker als het gaat om sociale uitgaven. Maar er is zelden voldoende financiering beschikbaar.
Dit is hygiënisch besturen: niet doen
wat wordt ingegeven door het moment,
de ideologie of een belangengroep,
maar wat bewezen werkt
Tegen een nog hogere belastingdruk verzetten velen zich. Als het woord besparingen rondgaat, gaan veel mensen meteen in het verweer. Zelfs als het gaat over voorgenomen besparingen en foute zaken die worden geschrapt, zoals de subsidies voor salariswagens. Wat rest er dan? Een sluipende verhoging van de belastingen of van de openbare schuld? Willen we dat?
Misschien moeten we eens doen wat corona ons geleerd heeft: laat experts de zaak verhelderen. Niet zoals de politiek dat hier traditioneel doet, door iedere regeringspartij een eigen gekleurde expert te laten kiezen en die samen het compromis dat de regering wil te laten maken. Neen, laat de universiteiten aanduiden wie hun expert is en laat die maar een advies geven als ze het eens zijn. Een beetje zoals het in Nederland werkt.
Deelstaat Vlaanderen is ook met een inspirerende operatie bezig, die al gepland was vóór corona: de ‘operatie heroverweging’. De spending reviews, die de Oeso aanbeveelt. Elke uitgave, oud of nieuw, wordt tegen het licht gehouden en er wordt afgewogen wat ze echt oplevert – evidencebased, niet volgens wat ze geacht wordt op te leveren.
Dat is hygiënisch besturen: niet doen wat wordt ingegeven door het moment, door de ideologie of een belangengroep, maar wat bewezen werkt om het beoogde doel te bereiken. Maar dat is onbelgisch. Beslissingen zo evalueren, brengt het compromis in gevaar. Dan kan het dat de inbreng van partij A in een beslissing wegvalt en die van partij B overeind blijft. Het is tijd dat we de oude redeneringen achter ons laten.
Verschenen als column ‘De Bomen en het Bos’ in De Standaard van 1 juli 2021.https://www.standaard.be/cnt/dmf20210630_97697766