Waarom de pensioenhervorming weer (bijna) niks wordt

‘Minister Karine Lalieux (PS) koos bewust voor de korte termijn.’ belga

Column in De Standaard van 9 september 2021

Laat u niet verblinden door de heftige discussies die plaatshebben over enkele heikele punten, zoals de loopbaan van 42 jaar en het minimum­pensioen. Een grondige pensioenhervorming wordt dit niet.

De optrekking van sommige pensioenen tot 1.500 euro per maand is beslist. Dat is niet niks: de pensioenuitgaven stijgen van 50 miljard per jaar naar 51,3 miljard. Maar het stelsel wordt niet herdacht en hervormd. Het blijft een onbegrijpelijk kluwen dat barst van de onrechtvaardig­heden, dat de jonge generaties geen zekerheid geeft, dat financieel wankel is, en dat nog steeds aan velen te lage bedragen betaalt. Er komt geen mooi nieuw gebouw. De bric-à-brac, de achterkeukens en krakkemikkige bijgebouwtjes blijven.

Even was er hoop dat meer mogelijk was in deze regeerperiode, maar die is al weg. Minister Karine Lalieux (PS) koos bewust voor de korte termijn. Van experts wilde ze niets weten. Ze schreef geen plan, ze schreef een nota met de eisen waarmee haar partij hoopt te scoren bij de achterban om de PTB af te blokken. Ze milderde die door al wat dada’s van andere partijen op te nemen (de pensioenbonus). Ze weet wat de ande­re partijen zullen eisen, en ze heeft al ingebouwd welke toegevingen ze zal doen, en wat zij dan weer in ruil zal eisen. Daarover zal niet zwaar overlegd of gestudeerd worden, het zullen bokswedstrijden zijn. Coalitiepartners, pressiegroepen en bevolkingsgroepen zullen steigeren en applaudisseren. En op het einde komt er een plat compromis met enke­le aanpassingen die de PS ambieerde, en voor elke partij ook minstens één dada, zodat ze allemaal kunnen pochen dat ze gewonnen hebben. Maar de optelsom van zeven dada’s is nog geen samenhangende hervorming.

De optelsom van zeven politieke dada’s

is nog geen samen­hangende hervorming

Sommige aanpassingen kunnen best zinvol zijn. Rekenen met de gewerkte jaren (42?) is zinvol, temeer omdat wie jong gaat werken, gemiddeld ook minder lang leeft. Maar dat neemt niet weg dat het systeem kaduuk­ blijft en nog kaduker wordt.

Zestien pensioenministers heb ik gekend en gevolgd in de afgelopen 40 jaar. En ik kan u melden: velen van hen waren niet met de lange termijn­ bezig. Want wie er wel op mikt, wordt doorgaans afgeblokt of vroegtijdig afgevoerd.

Alexander De Croo (Open VLD) was minister van Pensioenen van 2012 tot 2014. Hij dacht wel aan de lange termijn en wilde het kaduke stelsel hervormen en toekomst­bestendig maken. Hij had het goed bekeken: hij besefte dat de politiek te veel met de korte termijn bezig is om haar de architectuur­opdracht te geven van een grote hervorming. Hij gaf die aan een groep van de beste pensioenspecialisten van het land. Een gerespecteerd academicus en oud-minister van Pensioenen, Frank Vandenbroucke (Vooruit), leidde die groep. Zij tekenden een uitgebalanceerd ontwerp uit dat nog ruimte liet aan partijen en sociale partners om het in te vullen.

Het was een prachtgeschenk voor de aantredende regering-Michel in 2014, die het prompt verknalde door er meteen een paar ideeën uit te plukken zonder de samenhang van de voorstellen te respecteren: de pensioen­leeftijd bruusk verhogen zonder begeleidende maatregelen. De Croo, toen verantwoordelijk voor ontwikkelingssamenwerking, moest zwijgend toezien. Ontwerp in de papier­mand.

Het is dus niet allemaal de schuld van de PS. Het Belgische politieke systeem heeft geen horizon, dát is het punt. Partijvoorzitters jagen politici op om hier en nu stemmen te winnen. Om dat te counteren heb je echte leiders nodig, en een goede constructie: externe experts die onafhankelijk een architectuur mogen ontwerpen, en dan de politiek en de sociale partners zover krijgen dat ze positief meewerken en de invul­ling en de afwerking op zich nemen.

Het is dus niet allemaal de schuld van de PS.

Het Belgische politieke systeem heeft

geen horizon, dát is het punt

De PS heeft zelf ooit gepoogd de pensioe­nen grondig te hervormen. Haar pensioenminister in 2008, Marie Arena, riep met die ambitie een Nationale Pensioen­conferentie samen. PS-technocraat Michel Jadot leidde de dans. Maar de sociale partners beletten dat anderen kwamen meepraten. En Marie Arena moest wijken voor Michel Daerden – je weet wel: de minister van wie de beelden de wereld rondgingen toen hij in de Senaat lalde over ‘eerst een groenboek, grrrroenboek hihi, en daarna een witboek, oewwwwitboek hihi’. De lange­termijndroom was weggelachen.

De PS verkiest nu een paar kortetermijnmaatregelen die de opgang van die vervelende PTB/PVDA afblokken. De lange termijn? De toekomst van de jongeren? Ach, we zullen wel zien. Maar De Croo en Vandenbroucke zitten toch in de federale rege­ring? Klopt, er is dus nog een sprankel hoop. Maar zij zijn niet bevoegd­ voor pensioenen. Zij draaien niet aan de knoppen. Het dossier is al meteen verknald. Zij kunnen achter de schermen de lange termijn nog wat beklemtonen, maar kunnen hun eigen projecten niet in gevaar brengen daarvoor.

Wie de pensioenen echt wil hervormen, moet zijn pijlen richten op de volgende regeerperiode. Opnieuw sense of urgency scheppen. Experts als architecten vinden. Daarna kunnen politieke en sociale partners pogen­ met hen een samenspel te ontwikkelen. In de meeste landen is dat al gelukt. Hier mislukt dat keer op keer.

https://www.standaard.be/cnt/dmf20210908_97577268