Groene boompjes in een gitzwart bos



 

Dit is mijn laatste column op deze pagina’s van De Standaard. Het was een voorrecht dat ik u, bijna ­zeven jaar lang, om de twee weken door de politieke bomen het bos mocht tonen. Ik zou een laatste keer de constructiefouten van dit land kunnen schetsen, de foute politieke cultuur en de kortetermijnpolitiek die hier heersen die ons doen wegzakken uit de kopgroep van de welvarendste landen en ­regio’s. 

Maar dat doe ik niet, al is er meer dan genoeg stof voor. De staatsschuld bereikt weer een absoluut hoogtepunt (115 procent van het bbp), terwijl de ­politieke zeden naar nieuwe dieptepunten zakken. Denk maar aan hoe MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez zonder enige schaamte meent het Grondwettelijk Hof te kunnen gebruiken om een ­minister met wie hij botst, naar daar te kunnen afvoeren. 

Het partijbelang weegt hier zwaarder dan het algemeen belang, de korte termijn zwaarder dan de lange termijn, de vermeende ideologie zwaarder dan ­wetenschappelijke adviezen. De kwaliteit van het ­onderwijs zakt weg. De concurrentiekracht ook. Justitie is ­kaduuk. De armoede daalt niet. Ons pensioenstelsel is verouderd. De belastingdruk is bij de hoogste ter wereld.

Het partijbelang weegt hier zwaarder

dan het algemeen belang

Ik wil vandaag evenwel niet aan­klagen, maar wijzen op enkele lichtpuntjes die de eerste weken van dit jaar al zichtbaar waren: jonge groene boompjes in het gitzwarte bos. Er is af en toe hoop. Soms ook valse.

Eerste lichtpunt: de Gems, de groep onafhankelijke experts onder leiding van Erika Vlieghe, die de coronabeslissingen van het Overlegcomité van alle regeringen van dit land wetenschappelijk moet onderbouwen. Het goede nieuws is dat die Gems nog bestaat. Eind vorig jaar overwogen enkele leden er de brui aan te geven, omdat de politiek amper rekening hield met hun ­adviezen. De politiek is echter teruggefloten en de Gems kreeg steun van het publiek, de kunstenaars en de Raad van State. Daarom zet hij door.

En omdat het Overlegcomité leiderschap mist en er niet in slaagt te doen wat de politiek moet doen – draagvlak creëren voor wat noodzakelijk is – doet de Gems dat dan maar zelf: door vooraf te communiceren en het publiek al voor te bereiden, waardoor er al een zeker draagvlak groeit en zijn adviezen voor de politiek aanvaardbaarder worden.

Dit is een voorbeeld voor veel andere domeinen waarin een sterkere wetenschappelijke onderbouw voor het beleid nodig is. Wetenschappers, wees creatief zoals de Gems, en zorg er zo voor dat de politiek u wel ernstig móét nemen.

Een tweede lichtpunt kwam van Gwendolyn Rutten, nu burgemeester van Aarschot, maar acht jaar lang voorzitter van Open VLD, en dus één van de tien machtigste mensen van het land. Ze schreef in deze krant (DS 8 januari) dat de klassieke partijen op het ­gemeentelijke niveau achterhaald zijn. Hun ideologie – of wat ervan rest – biedt geen houvast meer om lokaal ­beleid te voeren. Ze riep op tot nieuwe lokale groepsvorming.

Ze heeft gelijk. Meer zelfs, dat geldt ook voor het centrale beleid. De versnipperde en uitgeleefde partijen moeten zich constant uitputten in opgefokte profileringsacties om toch maar te bewijzen dat ze beter zijn dan de concurrenten op wie ze zo sterk lijken. Dat leidt tot zwak beleid en tot kibbelkabinetten die de bevolking verafschuwt. Een politieke hergroepering dringt zich ook op het centrale niveau op.

De regeringsleiders en partijvoorzitters willen

alle macht voor zich houden en ze zeker

niet aan parlementsleden toevertrouwen

Er leek dit weekend nog een derde lichtpuntje op te duiken. België ontdekte dat Stephanie D’Hose al twee jaar voorzitter is van de Senaat toen ze verkondigde dat haar instelling beter afgeschaft wordt (DS 8 januari). Eindelijk ­iemand die het durft te zeggen? Die knopen durft door te hakken?

De waarheid is teleurstellender. D’Hose capituleert. De Senaat heeft sinds de staatshervorming van 1993 de uitdrukkelijke taak om het overleg tussen de deelstaten en de federale staat op parlementair niveau te voeren. Dat is nog scherper gesteld in de zesde staatshervorming van 2014. De meeste zichzelf respecterende federale staten hebben zo’n senaat.

Maar de echte machthebbers in dit land, de regeringsleiders en de partijvoorzitters, willen alle macht voor zich houden en ze zeker niet aan parlementsleden toevertrouwen. Daarom mag de Senaat zich alleen inlaten met marginale kwesties. 

Het dan maar opgeven, zoals D’Hose voorstelt, kan een realistische capitulatie zijn, maar is zeker geen lichtpunt.

Er zijn, beste lezer, af en toe lichtpunten die wijzen in de richting van de hervorming van ons uitgeleefde politieke stelsel. Die hervorming is nodig om goed bestuur te krijgen. En daar gaat het uiteindelijk om: goed bestuur.

Er zijn genoeg capabele en wel­menende politici die voor goed bestuur zouden kunnen zorgen. Ze werken ­alleen in foute structuren en in een foute politieke cultuur; die moeten dringend aangepakt worden. 

Guy Tegenbos is gewezen redacteur van deze krant. Tweewekelijks liet hij zijn blik glijden over politiek en beleid.