Wat de Zandstraat niet kreeg

Literaire wandeling: 

Herenthoutseweg van de Ringlaan tot het Kerkplein

Verschenen in Bloem in Thals, Literaire Wandelingen in Herentals, Willems Uitgevers, 2022

“Een esthetische ervaring is het niet, Herentals binnenkomen via de Herenthoutseweg. Dat ervaart u ook dagelijks, mevrouw de burgemeester”. Zo had ze het gezegd in april 2022, toen de afzwakkende coronapandemie opnieuw ontmoetingen toeliet. 18 was ze toen. En ze durfde.

“Wat zie je als je de Ringlaan gekruist hebt en de stadskern binnenkomt? Een troosteloos stuk betonweg. Rechts de blinde achtermuur van de Aldi en een veel te brede parkeerstrook waarachter het fietspad verborgen ligt. Links enkele appartementsblokken en café Het Sas, en daarna een reeks lelijke garages, en daarvoor een moordstrook voor de fietsers.”

 Ze raakte op dreef. “Iets verder zie je het beetje groen van wat in de volksmond het Kollekespleintje heet. En dan kom je aan de verkeerslichten terecht in een troosteloze smalle stenen pijp waar fietsers en CO2-spuwende auto’s elkaar hinderen, ingesloten door donkere bakstenen gevels van oude én gerenoveerde laagbouwhuisjes, 20ste eeuwse middenklassewoningen-met-één-verdiep, en wat pseudo-moderne bouwsels en appartementsblokjes.”

De leerlingen van het zesde keken elkaar trots aan toen Emma deze zinnen voorlas. De juf van Nederlands had meegeschreven, maar dat hoefde niemand te weten. 

De slechtste luchtkwaliteit 

De klas had zichzelf in april 2022 uitgenodigd bij de burgemeester en de schepen van Ruimtelijke Ordening, toen de wegebbende omikron-variant van de corona-pandemie daar eindelijk weer ruimte voor bood. Ze kwamen om een opdracht voor de vakken ‘Mens en Samenleving’ en ‘Nederlands’ af te ronden: ‘Wat doen we met de Herenthoutseweg?’. 

Veel leerlingen komen via die straat naar school. 

“Het project Curieuzeneuzen van de Universiteit Antwerpen en De Standaard heeft in 2018 uitgewezen dat de Herenthoutseweg één van de straten was met de slechtste luchtkwaliteit van Herentals”, zei Emma.

“Ongezond dus. Maar ook lelijk. Sommige gebouwen zijn ooit mooi geweest. Maar het geheel is vandaag lelijk. En giftig door de uitlaatgassen. Je longen en je reukorgaan hebben hier geen uitweg. Je ogen hebben nog een vluchtweg: de toren van de Waldetrudiskerk biedt visueel soelaas.”

“Maar voor je die kerk bereikt”, ging Emma boos verder, “moet je links eerst nog een slijkpoel voorbij die een stedelijke parking blijkt te zijn, en rechts een knoert van een reclamebord dat de aandacht afleidt van het schrale plantsoentje dat de stad eronder heeft aangelegd, het enige magere groen dat in de straat te bespeuren is.”

Burgemeester en schepen luisterden met gefronst voorhoofd. Ze durfden elkaar niet aankijken. Het was niet onwaar, maar wat moesten ze daarmee? Ze hadden al genoeg problemen met de Grote Markt en het Handelshart, met de Kunstencampus en de Begijnendreef, en met actiegroepen die hun straat verkeersarm wilden maken terwijl anderen dat radicaal afwezen.

Vòòr de verkeersexplosie

Een tweede leerling kwam naar voren. Milan. Zijn groep had ondervraagd wie er woonde of gewoond had. De inwoners van 2022 hadden verteld dat de Herenthoutseweg geen leuke straat was. “Het is hier goed wonen als je niet aan de straatkant woont of slaapt”, hadden ze gezegd: “Winkels en scholen en diensten, en de Ringweg en de E313 zijn vlakbij. Maar mooi of aangenaam is deze straat niet, wel smal, ongezond, gevaarlijk, er is veel verkeer en er zijn geen parkeerplaatsen en er is geen groen.”

Van vroegere bewoners kregen ze andere informatie. Die hadden de straat nog gekend in de jaren vòòr de grote verkeersexplosie. “Het was toen geen verkeersas maar een straat met gemengde functies”, zei Milan. Ze was in de eerste plaats een ontmoetingsplaats waar vele gesprekjes plaats hadden. Waar mensen elkaar bekeken en beloerden. Waar ze roddelden. Waar ze kochten en verkochten.

Er woonde een heterogene bevolking van arbeiders, ambachtslui, handelaars, een diamantair, schoolmeesters en -juffen, en belastingambtenaren. En veel winkeliers. Milan: “Het was ook een winkelstraat met textielzaken zoals het Huis Verbiest, De Regenboog en De Lange Meir. Er was schoenwinkel Lornoy, beenhouwer Jules Van Thielen, snoepwinkel Mennekens, Electro Coveliers – waar de mensen voor de etalage naar de eerste tv-uitzendingen kwamen kijken – en bakkerij Van Swartenbroeckx die intussen van eigenaar veranderd is en nog bijna de enige winkel in de straat is vandaag.”

“Tegenover de tweede winkel die der straat nu nog telt, Fietsen Hendrickx, was toen de fietsenmaker Beutels gevestigd die ook succesrijk verdeler was van Solex: Franse fietsen met een hulpmotortje op het voorwiel.”

“Er werd in die tijd véél aan huis geleverd, niet door BPost of PostNL, maar door melkboer Charel Kennes die zijn melkronde met een ponykar afwerkte; zijn vrouw baatte het café De Keeper uit op de hoek met de Sint-Jansstraat. Een andere inwoner van de straat leverde ook aan huis: kolenboer Charel Jacobs waarvan het paard wel eens op hol sloeg. Brouwers brachten bier en frisdranken aan huis. Coöperatieve bakkerijen droegen brood rond.”

Milan: “Verkeer? Dat was overwegend lokaal. Straatbewoners die kwamen en gingen. Winkelende mensen. Er reden maar weinig mensen van en naar Herenthout en Noorderwijk. Over ’t water, over de kanalen, woonde toen ook nog niet veel volk. Veldhoven telde enkele boerenfamilies. De Molekens, Krakelaarsveld en Sint-Janneke bestonden nog niet. De industriezone en de E313 evenmin.”

Eerste ongeval

“Iemand herinnerde zich nog het allereerste ongeval met een auto in de straat. Eind jaren vijftig. Een zwarte Citroen Traction Avant die een fietser overreed die uit de Sint-Jansstraat kwam. Er zouden nog veel ongevallen volgen. Nu staan daar verkeerslichten, maar wie deze straat moet nemen met de fiets, is nog steeds bang, mevrouw de burgemeester.”

“Vandaag heeft de straat één hoofdfunctie waarvoor ze overigens veel te smal is: verkeer. Auto- en fietsverkeer. Via deze straat moeten heel veel mensen van en naar school, werk, winkel, ziekenhuis, bibliotheek. Alle andere functies die de straat leefbaar en aangenaam maakten, zijn weggedrukt. Winkels overleven er niet. Interimkantoren nog wel. Groen is er niet. Er een praatje maken, kan je niet.”

“Terugkeren naar het verleden, dat kan niet en willen we niet”, zei Milan. “Maar men moet wel zien wat deze straat vandaag onleefbaar maakt en wat ze vroeger gezellig en aangenaam maakte. Wat gaan jullie doen met deze straat?”, zo luidde de afgesproken slotvraag.

De burgemeester dankte de jongelui voor hun scherpe analyse. “We gaan dit ter harte nemen”, zei ze, terwijl ze de schepen aankeek. “We werken aan een beleidsplan Ruimte en Mobiliteit en betrekken de bevolking – dus ook jullie – daarbij via de strategische ateliers en onze participatieambtenaar. We moeten afwachten wat daaruit voortkomt en wat de studiebureaus ons aanraden.” De schepen zei dat we niet alleen naar het verleden en het heden moeten kijken, maar ook naar de toekomst: 2030, en verder.

2030

“Vandaag ìs het echter 2030”, zegt Emma. De zesde klas van 2022 is al lang afgestudeerd maar is niet in de diaspora verdwenen. Ze blijven elkaar ontmoeten. Emma en Milan zijn beiden politiek actief geworden na die klasopdracht. Eerst in verschillende partijen, die nadien gefuseerd zijn. ‘Leefbaar Herentals.’

“Er is wel wat veranderd in de Herenthoutseweg zoals ook op andere invalswegen”, zeggen de twee op de oudleerlingendag, de 13de april, exact zes maanden voor de lokale verkiezingen van 2030. “De stank en de slechte lucht zijn inderdaad verdwenen. Hoera! Maar enkel omdat er door Europa alleen nog elektrische auto’s rijden. En het aantal auto’s is nog altijd even groot” zegt Milan.

“En OMG, de straat is nog altijd even lelijk en gevaarlijk en onleefbaar als in 2022.”

De partij stelt voor een grote parking achter de Aldi te maken met een fietsen- en steppenhuurplaats.

Een doorzichtig glazen fiets- en step-pad op één hoog, van de Ringlaan tot aan de Kerk, en daaronder een overdekte wandelboulevard op het gelijkvloers, zodat winkelen er weer leuk wordt en er weer winkels komen. Meer dan tien jaar eerder stootte een vergelijkbaar voorstel – de overdekking van de Zandstraat – op vernietigend scepticisme.

Verder vermeldt het programma: “Groene daken, en tegeltuintjes en gevelgroen tegen de muren.”

“Geen slijkvlakte meer die dienst doet als reserveparking voor de bezoekers van de Kunstencampus maar een heus park in het midden van de stad.”

“Geen bestelwagens van PostNL en BPost in de straat maar pakjesaflevering met bakfietsen van maatwerkbedrijf Kaliber dat mensen met een beperking werk verschaft”, staat er verder in het verkiezingsprogramma.

De verkiezingen van 2030 eindigen in een overwinning voor de nieuwe fusiepartij Leefbaar Herentals. 

Tien jaar later, in 2040, na nog vele discussies en plannen en aanbestedingen, is de mooie overdekte groene Herenthoutseboulevard een feit. En nog vele andere aanpassingen in de stad.  De bevolking groeit. De handel bloeit. 

Guy Tegenbos