Een burgemeester heeft helemaal geen kabinet nodig

KORT & BONDIG

Het kabinetstukje van de burgemeester

Guy Tegenbos

De Standaard, 12 mei 2021https://www.standaard.be/cnt/dmf20210511_96993557

De zaak-Heeren bracht nóg iets naar ­boven. De burgemeester van het stadje Sint-Truiden, met amper 42.000 inwoners, heeft een heus kabinet, met een kabinetschef en drie medewerkers. De schepenen in dat stadje hebben, per partij, ook een kabinet. Eentje voor de CD&V-schepenen, eentje voor die van Open VLD en eentje voor die van de N-VA. Waar is dat in godsnaam voor nodig?

Tot een beter en open beleid heeft het alleszins niet geleid, bleek de voorbije ­dagen. Integendeel, het kabinet van de burgemeester was mee betrokken bij de ‘voortijdige’ vaccinaties.

De nefaste verspillende politisering van het beleid sijpelt door van het federale en het Vlaamse niveau, waar alle ministers ­onnodige kabinetten hebben, naar de ­provincies en naar de steden en gemeenten. Eerst was dat alleen in grote steden als Antwerpen en Gent het geval, nu zelfs in kleine steden als Sint-Truiden. Een kabinet inbrengen in het lokale bestuur is een ­motie van wantrouwen tegenover het personeel van die gemeenten. Het betekent dat de lokale politici aan de personeels­leden van de gemeentelijke diensten zeggen dat die niet toegewijd genoeg zijn, dat ze hun dossiers niet genoeg kennen of dat ze niet betrouwbaar zijn.

Als dat niet de verklaringen zijn, dan kan het alleen betekenen dat de politici dingen willen doen die een neutraal ambtenaar nooit zou (mogen) dulden. Of dat onze bestuurders zo onbekwaam zijn dat ze zonder extra hulp van personeel van hun partij, hun job niet aankunnen.

Weg ermee. Afschaffen die handel. Verbieden zelfs. Kabinetten op lokaal niveau leiden alleen maar tot een overdreven politisering van het lokale beleid. Maar wie zou dat verbieden? De Vlaamse regering die zichzelf rijkelijk bedeelt met kabinetten? De partijvoorzitters die aan het hoofd staan van structuren die dat allemaal in het leven roepen?

In de meeste Vlaamse gemeenten is de toestand nog gezond. Daar regeren burgemeesters en schepenen nog zonder over­bodige kabinetten. Ze slagen erin samen te werken met het gemeentelijke personeel. En als zij tekorten vaststellen bij dat personeel, pakken ze dat aan met goed personeelsbeleid, met vorming en training, met extra aanwervingen of door tijdelijk externe consultants in te zetten, maar niet door het gemeentelijke personeel opzij te zetten en de macht te geven aan persoonsgebonden gepolitiseerde partijdige medewerkers.